Er staan twee mannen voor de deur. Ze komen ons aansluiten op het glasvezelnet, dat in onze woonplaats wordt aangelegd. De ene gaat buiten aan het werk, en de andere plaatst een kastje in onze meterkast, een klusje waarbij een indrukwekkende hoeveelheid draadjes aan elkaar moet worden verbonden.
Na korte tijd is de man buiten klaar, en hij laat zijn collega bij ons achter. Bij het weggaan mompelt hij iets, wat Eva en Femke wel verstaan, maar ik niet.
Na een uurtje neemt ook de tweede man afscheid, en ik laat hem uit met de woorden: ‘Nog een fijne dag, meneer’.
Het is even heel stil. Dan zegt meneer: ‘Ook een fijne dag, en euh….ik ben een mevrouw’.
Ik zak ter plekke door de grond, wat een vreselijke blunder! Ik vind het zo vervelend voor haar, wat lijkt me het verschrikkelijk als je meneer wordt genoemd maar een mevrouw bent….
‘Geeft niets, mevrouw’, zegt ze dapper, ‘ dat gebeurt zo vaak!’.
Ik ga met hoogrode konen de keuken in en vraag zo nonchalant mogelijk aan de meiden: ‘was dat nou een meneer of een mevrouw?’.
Met stalen gezicht zeggen beide dames in koor: ‘Een mevrouw natuurlijk! Dat zie je toch zo!’.
Nou snap ik er echt niets meer van. Zo stom ben ik toch ook weer niet?
Klaarblijkelijk zie ik er nu zo ongelukkig en verward uit dat de dames hun lachen niet meer kunnen houden. ‘Die andere meneer zei: ‘zij maakt het verder af’, mam, en daarom wisten we het!’.
Ik lach mee als een boer met kiespijn. Vooral omdat ik me realiseer dat dit een goed uitgevoerde flauwe grap is van het soort waarin ik zelf grossier. Een voorbeeld van ‘boontje komt om zijn loontje’…...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten