dinsdag 24 januari 2012

Taart

Het gaat om dit stukje taart......

Als ik zaterdagavond naar huis bel om te vertellen dat ik op de terugreis ben, hoor ik het meteen als Bart opneemt. Het is vandaag thuis klaarblijkelijk niet zo goed gegaan, want hij klinkt moe. ‘Ja inderdaad’, vertelt Bart, ‘hij heeft het er de hele dag over gehad dat jij dat stukje taart hebt opgegeten. Ik geloof dat hij wel 100 keer heeft gezegd dat mamma naar het ziekenhuis moet om het er weer uit te laten halen.’

Oeioei, heb ik een leuke dag elders, heeft Bart thuis een heftige dag. Door mijn toedoen. Want inderdaad, ik heb dat stukje taart dat Bram niet wilde eten, naar binnen gewerkt. Het schuldgevoel laait op, ik voel me heel erg warm worden.

Zaterdag was ik een dagje uit. Samen met een groep EpilepsiePlusmoeders deden we een kookworkshop. Onze kinderen hebben allemaal epilepsie. En ze hebben ook nog Plus. Plus betekent dat er meer aan de hand is dan alleen epilepsie. Plus is meestal bijzonder zorgelijk.

Maar daar hebben we het vandaag niet zo veel over. Vandaag is het feest.

Bij Plus hoort iets wat wij allemaal hebben geleerd, en dat is ‘in het nu leven’. Zodra het kan, pakken we de draad weer op, en genieten we van de dingen die wel goed gaan. 'Geluk voor gevorderden’, noemt cabaretiere Lenette van Dongen dat.

En zo ontmoetten we elkaar in een (tot dan toe) smetteloze keuken, met als doel een heerlijk menu te koken. Een salade met heerlijke vis, eendenborstfilet en als toetje onder andere creme brulee. Met de instructies van de kok lukt het nog allemaal ook.

Tijdens koken praten we wat af. En we hebben heel veel lol met elkaar. In dit gezelschap schakelen we moeiteloos van zorgelijke mededelingen naar gesprekken over onze gezamelijke kookklus, en dan soepeltjes naar de allergrootste grappen. Net als thuis, eigenlijk. Want daar gaat het leven ook telkens ‘gewoon’ weer door. Is er de was die gedaan moet worden, de telefoon die gaat, en zijn er andere kinderen die naar balletles moeten. Ook als je kind net een nare aanval heeft gehad.

Na het eten nemen we afscheid van elkaar. We gaan snel het volgende uitje plannen!

Rond acht uur ’s avonds stap ik thuis de drempel over. In mijn hand de Limbugse vlaai die een van de moeders op mijn verzoek voor mij heeft meegenomen: verser kan niet.

Bram zit aan tafel, als hij mij ziet, begint hij hard te huilen. En als ik hem wil knuffelen, wordt hij heel erg boos. ‘Jij hebt mijn taart opgegeten!’, roept hij pisnijdig.

‘Kijk Bram’, zeg ik, ‘zie je dit? Mamma is vandaag naar de dokter geweest en dit heeft hij uit mijn buik gehaald.’ Ik houd de geopende taartdoos voor Bram’s gezicht.

Ik zie op Bram’s gezicht eerst verbazing, en dan een voorzichtig lachje. ‘Echt?’, vraagt hij voor de zekerheid. ‘Echt waar!’, zeg ik. En dan moeten we allemaal zo ontzettend lachen!

Zelfgemaakt toetje!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten