Bram en Henri de Goudfazant |
Bram gaat
op reis. Hij neemt mee:
-
de
brief van de neuroloog waarin in het Engels ziektebeeld en medicatie vermeld
staan;
-
de
brief van dezelfde neuroloog waarin in het Engels wordt verklaard dat Bram een
Nervus Vagus Stimulator heeft (‘a metal device implanted under the skin’). Dit
om het mogelijk geloei van de detectiepoortjes te verklaren (‘nee, daar zitten
geen drugs in. Het is niet noodzakelijk het kind open te snijden om dat te
controleren.’);
-
het
medicatiepaspoort van de apotheek;
-
een
verklaring dat Bram middelen bij zich heeft die onder de Opiumwet vallen (vier
weken van te voren aan vragen bij Farmatec in Den Haag);
-
medicatie
voor twee weken, een reservemickey button, sondevoeding, etc etc.
Nu alleen
nog even regelen dat de rolstoel mee kan tot aan de gate. Ik had dat al bij het
boeken gevraagd, en het was ‘geen probleem, mevrouw!’
Voor alle
zekerheid bel ik twee dagen van te voren nog een keer. Nu is er wel een
probleem.
Ik moet uitleggen waarom hij niet in een gewone rolstoel kan (‘dan
vliegt hij er uit bij aanvallen, want hij zit niet vast.’) Dat het ook is omdat
hij zo verschrikkelijk uit zijn plaat kan gaan als het eng wordt, en daarnaast
ook gewoon in een ogenblik kan verdwijnen vertel ik er maar niet bij. Het lijkt
me zo al ingewikkeld genoeg.
Er wordt
gezucht, ik moet alle maten opmeten. Ik bel terug met de uitslag en krijg een
aardige kerel aan de telefoon. Hij heet Maarten. Maarten meldt dat hij het héél
interessant vindt. Dit heeft hij nog nóóit mee gemaakt, een rolstoel die tot
aan het vliegtuig mee moet.
Op dit
soort momenten ben ik blij dat ik niet face-to-face met iemand praat. Kan ik
ongegeneerd gekke bekken trekken.
Maarten
doet zijn best. Hij belt met allemaal instanties, en belt mij dan weer. Na twee dagen bellen is het geregeld, er komt iemand ons
helpen bij de gate en er is een lift geregeld om de rolstoel het bagageruim in
te tillen. ‘Het staat allemaal in de computer, mevrouw!’
Ik bedank
Maarten hartelijk.
Vol
vertrouwen melden wij ons op het vliegveld. We moeten ons bij een speciale
balie melden.
Bij die
balie bevindt zich een jongedame, die kennelijk opgaat voor ‘Holland’s Got a
Bad Temper’. Ik meld haar dat wij de rolstoel mee mogen nemen tot aan de gate,
en dat dat in de computer staat.
Mevrouw
steekt van wal. Dit gaat zo maar niet! Er worden nooit uitzonderingen gemaakt.
En trouwens, in haar computer staat niets.
Ik sta op
ontploffen, en geef Bart woordeloos een seintje en loop weg. Als ik nu mijn
mond opendoe, kunnen we het zeker vergeten, want dan word ik waarschijnlijk
ingerekend door de marechaussee. ‘Ik ben nog niet met u uitgepraat!’ schreeuwt
mejuffrouw Sunshine me achterna.
Bart
handelt het af. Mevrouw belt, en inderdaad, alles blijkt geregeld. Ik ben
inmiddels enigszins afgekoeld. Ik knik mevrouw toe bij het weggaan. De
temperatuur in Vertrekhal 2 daalt daarbij met een graadje of tien. Mevrouw
zwijgt, zij is klaarblijkelijk uitgeblaft.
Bij de
controle moet Bram uit de rolstoel en wordt helemaal gefouilleerd. Ook de
rolstoel wordt compleet binnenstebuiten gekeerd. Ik moet op afstand blijven.
Eenmaal
door de poortjes groet Bram alle stewardessen, omhelst twee piloten en het
meisje van de boekwinkel. Het is precies wat ik nodig heb, ik moet ontzettend lachen en mijn humeur komt weer in de plus. Aan boord nemen we een borrel en proosten op een fijne vakantie.
We hebben
een heerlijke week in Spanje, logeren bij opa Barcelona, oom Paul en tante
Nuria. We warmen lekker op. Zo is het relaxed op vakantie gaan met Bram. Hij
kent het daar, alles is vertrouwd. We hoeven eigenlijk niet eens de deur uit met hem want opa heeft
zelfs een zwembad. En een goudfazant, Henri.
Op straat
kijkt niemand op of om. Er wordt niet gelachen, niet gewezen, niet gefluisterd.
Anders-zijn is in Spanje heel normaal. Oud, jong, mooi, lelijk, met en zonder
benen: het paradeert daar gewoon allemaal op de Rambla.
Na een
dikke week gaan we weer terug. Op het vliegveld van Barcelona is alles geweldig
geregeld. Er komt meteen iemand die ons langs de douane loodst, ons persoonlijk
bij de beveiliging aflevert. Die kijkt met één blik, alles is goed. Er komt alleen
een opmerking over het reparatiesetje van de rolstoel: of we die de volgende
keer toch willen inchecken. Binnen een kwartier zitten we aan de koffie.
Die
Spanjaarden hebben misschien hun staatsfinanciën niet zo goed op orde, maar ze
zijn wel veel aardiger voor mensen uit Andersland.
Sunshine reggae, : http://www.youtube.com/watch?v=oMW5m7Kx6rE
Sunshine reggae, : http://www.youtube.com/watch?v=oMW5m7Kx6rE
Geen opmerkingen:
Een reactie posten