donderdag 6 september 2012

Bram gaat op reis


Bram en Henri de Goudfazant


Bram gaat op reis. Hij neemt mee:

-          de brief van de neuroloog waarin in het Engels ziektebeeld en medicatie vermeld staan;

-          de brief van dezelfde neuroloog waarin in het Engels wordt verklaard dat Bram een Nervus Vagus Stimulator heeft (‘a metal device implanted under the skin’). Dit om het mogelijk geloei van de detectiepoortjes te verklaren (‘nee, daar zitten geen drugs in. Het is niet noodzakelijk het kind open te snijden om dat te controleren.’);

-          het medicatiepaspoort van de apotheek;

-          een verklaring dat Bram middelen bij zich heeft die onder de Opiumwet vallen (vier weken van te voren aan vragen bij Farmatec in Den Haag);

-          medicatie voor twee weken, een reservemickey button, sondevoeding, etc etc.

Nu alleen nog even regelen dat de rolstoel mee kan tot aan de gate. Ik had dat al bij het boeken gevraagd, en het was ‘geen probleem, mevrouw!’

Voor alle zekerheid bel ik twee dagen van te voren nog een keer. Nu is er wel een probleem. 

Ik moet uitleggen waarom hij niet in een gewone rolstoel kan (‘dan vliegt hij er uit bij aanvallen, want hij zit niet vast.’) Dat het ook is omdat hij zo verschrikkelijk uit zijn plaat kan gaan als het eng wordt, en daarnaast ook gewoon in een ogenblik kan verdwijnen vertel ik er maar niet bij. Het lijkt me zo al ingewikkeld genoeg.

Er wordt gezucht, ik moet alle maten opmeten. Ik bel terug met de uitslag en krijg een aardige kerel aan de telefoon. Hij heet Maarten. Maarten meldt dat hij het héél interessant vindt. Dit heeft hij nog nóóit mee gemaakt, een rolstoel die tot aan het vliegtuig mee moet.

Op dit soort momenten ben ik blij dat ik niet face-to-face met iemand praat. Kan ik ongegeneerd gekke bekken trekken.

Maarten doet zijn best. Hij belt met allemaal instanties, en belt mij dan weer. Na twee dagen bellen is het geregeld, er komt iemand ons helpen bij de gate en er is een lift geregeld om de rolstoel het bagageruim in te tillen. ‘Het staat allemaal in de computer, mevrouw!’

Ik bedank Maarten hartelijk.

Vol vertrouwen melden wij ons op het vliegveld. We moeten ons bij een speciale balie melden.

Bij die balie bevindt zich een jongedame, die kennelijk opgaat voor ‘Holland’s Got a Bad Temper’. Ik meld haar dat wij de rolstoel mee mogen nemen tot aan de gate, en dat dat in de computer staat.

Mevrouw steekt van wal. Dit gaat zo maar niet! Er worden nooit uitzonderingen gemaakt. En trouwens, in haar computer staat niets.

Ik sta op ontploffen, en geef Bart woordeloos een seintje en loop weg. Als ik nu mijn mond opendoe, kunnen we het zeker vergeten, want dan word ik waarschijnlijk ingerekend door de marechaussee. ‘Ik ben nog niet met u uitgepraat!’ schreeuwt mejuffrouw Sunshine me achterna.

Bart handelt het af. Mevrouw belt, en inderdaad, alles blijkt geregeld. Ik ben inmiddels enigszins afgekoeld. Ik knik mevrouw toe bij het weggaan. De temperatuur in Vertrekhal 2 daalt daarbij met een graadje of tien. Mevrouw zwijgt, zij is klaarblijkelijk uitgeblaft.

Bij de controle moet Bram uit de rolstoel en wordt helemaal gefouilleerd. Ook de rolstoel wordt compleet binnenstebuiten gekeerd. Ik moet op afstand blijven.

Eenmaal door de poortjes groet Bram alle stewardessen, omhelst twee piloten en het meisje van de boekwinkel. Het is precies wat ik nodig heb, ik moet ontzettend lachen en mijn humeur komt weer in de plus. Aan boord nemen we een borrel en proosten op een fijne vakantie.

We hebben een heerlijke week in Spanje, logeren bij opa Barcelona, oom Paul en tante Nuria. We warmen lekker op. Zo is het relaxed op vakantie gaan met Bram. Hij kent het daar, alles is vertrouwd. We hoeven eigenlijk niet eens de deur uit met hem want opa heeft zelfs een zwembad. En een goudfazant, Henri.

Op straat kijkt niemand op of om. Er wordt niet gelachen, niet gewezen, niet gefluisterd. Anders-zijn is in Spanje heel normaal. Oud, jong, mooi, lelijk, met en zonder benen: het paradeert daar gewoon allemaal op de Rambla.

Na een dikke week gaan we weer terug. Op het vliegveld van Barcelona is alles geweldig geregeld. Er komt meteen iemand die ons langs de douane loodst, ons persoonlijk bij de beveiliging aflevert. Die kijkt met één blik, alles is goed. Er komt alleen een opmerking over het reparatiesetje van de rolstoel: of we die de volgende keer toch willen inchecken. Binnen een kwartier zitten we aan de koffie.

Die Spanjaarden hebben misschien hun staatsfinanciën niet zo goed op orde, maar ze zijn wel veel aardiger voor mensen uit Andersland. 



Sunshine reggae, : http://www.youtube.com/watch?v=oMW5m7Kx6rE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten