zondag 22 juli 2012

Het tapijt



Opeens is het zo ver. De laatste keren ballet, muziekles, paardrijles liggen achter ons. De rapporten van alledrie de kinderen zijn in huis. Boeken van Eva zijn ingeleverd en de nieuwe besteld. De inkopen gedaan, alle kleding gewassen en in koffers. Ook voor Bram is alles geregeld.

Dit jaar gaan we weer zonder hem op vakantie. Ruim twee weken zonder onze vriend. Speciaal zo geboekt dat hij nog een week naar school moet en het voor hem minder lang lijkt. Femke heeft daarom een week eerder vakantie gekregen.

In eerste instantie denk ik dat het me dit jaar minder zwaar zal vallen, twee weken zonder meneer. Maar de weken voor vertrek zijn ronduit afschuwelijk als het over hem gaat. De nare valaanvallen zijn fullblown terug, en hebben helaas ook serieuze verwondingen tot gevolg. Er overlijdt een kind dat hij kent van school en G-hockey, en dat grijpt hem verschrikkelijk aan. Met deze emoties kan hij eigenlijk niet overweg, en zijn gedrag is daarom moeizaam. En een week voor vertrek is meneer twee dagen helemaal van de wereld, tot niets in staat en volledig afhankelijk van sondevoeding. Totaal omver geblazen door alle epilepsie in zijn hoofd.

Ik heb een verschrikkelijke huilbui. Ik vind het zo verdrietig om hem zo te zien. Want het is een feit: de epilepsie van Bram wordt erger en erger. Waar het heen gaat weten we niet. Die onzekerheid, de angst en ook de machteloosheid komen soms zomaar, zonder waarschuwing, snoeihard binnen.

Het is net zo’n huilbui als ik in het begin vaak had. Dit went nooit, en van ‘acceptatie’ is geen sprake. Je leert er mee leven, dat wel. De kinderen merken niets, gelukkig. Bart is thuis en meldt dat ik even ben gaan slapen.

Gelukkig knapt Bram weer wat op, en als hij door opa wordt opgehaald gaat het gelukkig best goed met hem.

Wij gaan dus op reis zonder Bram. Met de nachtboot steken we over naar Zweden. Wij gaan een rondreis maken van ruim twee weken met Eva en Femke door Zweden en Noorwegen. Een grote wens van mij. Als kind ben ik met mijn ouders vaak in Scandinavië geweest, en ik wil de meiden graag laten zien hoe mooi het daar is. En hoe fijn het is uren te lopen in een landschap met zacht mos en om eindeloos ver te kunnen kijken.

Landen ook met een heel bijzondere culturele en ook religieuze geschiedenis. Neem bijvoorbeeld de ‘stavkirkes’, kerkjes helemaal opgetrokken uit hout, vaak al 800 jaar oud.

Als eerste gaan we drie dagen naar een dorpje in Zweden: Syssleback. Het dal waar dit dorpje in ligt was tussen ongeveer 1100 en 1400 het decor van pelgrimstochten. Pelgrims maakten een 700 kilometer lange tocht van Karlstad in Zweden naar Trondheim in Noorwegen. In Trondheim, toen nog Nidaros genaamd, is de Noorse koning Olav begraven. Hij werd al snel na zijn dood heilig verklaard.

Het is ongelooflijk te bedenken dat zoveel mensen in die dagen deze grote afstand aflegden. Zonder alle ‘outdoor’benodigdheden die wij bij ons hebben, zelfs als we een simpele boswandeling gaan maken. Gewoon met eenvoudig schoeisel, of zonder schoenen, soms te paard, maar meestal te voet. Lange stukken door eindeloos land.


Het is gek te bedenken dat in die tijd Noord-Europa in religieus opzicht net zo belangrijk was als Rome later. Dit gegeven is in onze tijd eigenlijk zo goed als onbekend.

Deze pelgrimsroute, en de rijke culturele geschiedenis, waren de reden voor een initiatief in het plaatsje Ransby in Zweden. Met overheidssubsidie begonnen tien ongeschoolde vrouwen aan een grote klus: het maken van een 40 meter lang wandtapijt, dat verhaalt over de pelgrimsroute en over het culturele erfgoed dat er langs die route te zien is. Tegelijkertijd moest het wandtapijt gaan over de geschiedenis van de tien vrouwen die er aan werkten. Het resultaat werd getoond in de heilige basiliek in Trondheim toen deze stad 1000 jaar bestond.

Nu is het tapijt te bezichtigen in Ransby zelf. In een eenvoudige schuur is het tentoongesteld. In een andere schuur wordt een film vertoond over de ontstaansgeschiedenis. En het resultaat is iets wat op mij net zoveel indruk maakt als de film ‘as it is in heaven’.

In de film vertellen de vrouwen over hun achtergrond. Het minimale aan onderwijs, zeven jaar. ‘En nog drie maanden huishoudschool. Om gehaktballen te leren maken’, zucht een van de oudere dames. Ze vertellen dat ook zij zelf eigenlijk geen weet hadden van de rijke geschiedenis van hun land. Hoe ze samen de tekeningen van de projectleider hebben uitgewerkt in het centrale deel van het tapijt. Hoe ze hun eigen wereld hebben verwerkt in het tapijt, in de randen erboven en eronder. Hoe trots ze zijn op hun land, hun geschiedenis maar ook op zichzelf. Want deze eenvoudige vrouwen hebben iets gemaakt dat de belangstelling heeft getrokken van de wereldpers. Koningen, koninginnen en staatshoofden hebben hun werk bewonderd.

Zo staat het tapijt voor meer dan alleen het eindresultaat. Het gaat ook over het uitstijgen boven je eigen kunnen, als de omstandigheden daar om vragen. Zo ging dat met de pelgrims, zo ging dat met de borduursters. En zo gaat het ook met de ouders in Andersland.

Het tapijt maar nog meer het verhaal erachter maken grote indruk op ons allemaal.

Zoveel indruk dat we de daagse beslommeringen even helemaal vergeten.

En daar is vakantie voor bedoeld.



Ode aan de borduursters uit Ransby en aan alle andere doorzetters: Gabriella’s song uit ‘As it is in heaven’: http://www.youtube.com/watch?v=d_K9FEeHphs


Geen opmerkingen:

Een reactie posten