maandag 26 september 2011

Melig



Als tegenwicht voor de ernstige zaken waar we vaak mee worden geconfronteerd, hebben Bart en ik ons eigen ‘coping-mechanisme’ ontwikkeld. Een van de onderdelen daarvan is dat wij vaak ontzettend moeten lachen. Bijvoorbeeld door heel harde grappen maken over wat er zoal gebeurt. Of door te vluchten in ongekend melig gedrag.

Wij moeten op bezoek bij de kinderarts, een nieuwe, in het ziekenhuis in onze woonplaats. We komen al heel vaak in dat ziekenhuis bij de Spoed Eisende Hulp, maar we realiseren ons dat het ook zomaar zo zou kunnen dat Bram toch een keer daar moet worden opgenomen. Dat we geen tijd hebben om met hem naar het academische ziekenhuis te gaan waar hij bekend is.

Met deze kinderarts moeten wij bespreken hoe we handelen in talloze situaties. Als Bram qua epilepsie levensbedreigend in de problemen komt bijvoorbeeld. Of als hij ten gevolge van een aanval ernstig gewond raakt. Wat gaat er dan gebeuren, en wie neemt de beslissingen over welk onderdeel van de behandeling? Hoe regelen we dat de afspraken die we gaan maken ook door iedereen worden opgevolgd?

En: wat is onze rol als ouders en hoe borgen we dat wij voor alle betrokkenen serieuze gesprekspartners zijn en blijven? Immers: wij zijn Bram’s ouders en zijn als geen ander al jarenlang bezig afwegingen te maken tussen behandelen en kwaliteit van leven. En daarin zijn er ook mogelijke situaties waar wij samen lang over hebben gesproken en waar wij ook onze eigen afwegingen in willen maken.

Het is een goed gesprek, maar toch ook zwaar.

Na afloop lopen we terug naar de parkeergarage. Tussen het ziekenhuis en de parkeergarage is sinds kort met een enorm breed, blauw geschilderd pad aangegeven waar je als voetganger moet lopen. Ik kijk Bart aan en vraag hardop of hij enig idee heeft waar wij als voetgangers toch moeten lopen?  Zo ontzettend onduidelijk aangegeven! Bart grijnst. Woordeloos maken we een afspraak: ‘wij gaan lekker recalcitrant juist buiten de paden, wij zetten geen enkele stap op het blauwe pad.’

Deze gedachtespinsels zijn ongetwijfeld ‘voer voor psychologen’, maar wij hebben bij voorbaat al pret.

Het is best te doen: netjes buiten de blauwe paden blijven. Alleen bij de deur wordt het lastig, maar als we achter de paaltjes door gaan en dan een sprong maken, lukt het net. Gelukkig, we hebben geen enkel blauw stuk geraakt.

Omdat we nu toch in de stemming zijn, oefenen we binnen meteen even de rare pasjes van ‘the ministry of silly walks’. En Bart steekt zijn tong uit tegen de bewakingscamera.

Helemaal slap van de lach rijden we weg. Heerlijk!

In dezelfde categorie valt onze actie om bij de Ikea een hele mand met keukenwekkers op te winden (opwindtijd tussen 2 en 4 minuten) en dan een stukje verderop te wachten tot ze allemaal afgaan.

Of foto’s maken met de paprika die Bram heeft gekweekt. Het resultaat ziet u hierbij.

Nu type ik dit stukje. Ik heb buikpijn: van het gesprek maar vooral van het lachen.



Monty Pythons Ministry of silly walks:
http://www.youtube.com/watch?v=oYlzTdSZeI4

1 opmerking:

  1. Deze foto zou ik inlijsten en kado doen aan Tom, geld im de maand van de uitzonderingen haha

    BeantwoordenVerwijderen