Bram is op vakantie. Hij is met het Nationaal Epilepsie Fonds een week weg. Op kamp. Dit jaar had hij er voor het eerst voorpret bij. Hij wordt dit jaar namelijk begeleid door een heel stoere jongeman, en dat zag meneer wel zitten. Natuurlijk was het allemaal even spannend toen Bart hem bracht, maar al snel ontdooide hij.
Wij zijn met zijn viertjes thuis en daar is het ontzettend rustig. Zo ontzettend, heerlijk rustig. Het is heel prettig om zo thuis te zijn. Wij zijn allemaal ontspannen, uitgerust, en hebben lekker veel energie.
Natuurlijk is Bram elke week twee dagen niet thuis, maar eerlijk gezegd hebben we die dagen echt nodig om allerlei ‘beter te doen zonder Bram-klusjes’ af te maken. Om bij te tanken, bijvoorbeeld door ongestoord te slapen. En door niet altijd alert te hoeven zijn. En als dat allemaal gelukt is, dan komt meneer weer thuis.
Nu rusten we lekker uit, doen de klusjes die moeten en hebben dan nog tijd over. Tijd om leuke dingen te doen met Eva en Femke. Zoals cakejes bakken en versieren, op bezoek gaan bij ons aanstaande hondekind, even spontaan op en neer naar mijn zusje om daar (heerlijk en te veel) te eten.
Of een dagje naar het Archeon, zonder moeizame onderhandelingen over de te volgen route of activiteiten, zonder gedoe met zijn rolstoel, en zonder ruzie in het winkeltje (daar kom je zowel op de heenreis als de terugreis doorheen, moest al zuchten bij de gedachte dat we daar met Bram zouden zijn).
Of een dagje naar het Archeon, zonder moeizame onderhandelingen over de te volgen route of activiteiten, zonder gedoe met zijn rolstoel, en zonder ruzie in het winkeltje (daar kom je zowel op de heenreis als de terugreis doorheen, moest al zuchten bij de gedachte dat we daar met Bram zouden zijn).
En dan, het klinkt misschien als een kleinigheidje, maar dat is het niet: op de terugreis even snel door de supermarkt rennen, zonder kind met aanvallen en moeizaam gedrag in je kielzog.
Maarre: we missen hem. Overdag, in wat we nu opeens aan vrijheid ervaren. Overdag, omdat we hem als zoon en broer missen. In de nacht als ik toch wakker schrik van een geluidje en denk dat hij een aanval heeft.
Maarre: we missen hem. Overdag, in wat we nu opeens aan vrijheid ervaren. Overdag, omdat we hem als zoon en broer missen. In de nacht als ik toch wakker schrik van een geluidje en denk dat hij een aanval heeft.
En hij mist ons ook: dat schreef zijn begeleider op het kaartje dat we vandaag kregen. Maar hij heeft ook veel plezier. Net als toen we zonder hem op vakantie waren.
Dit soort weken laten ons wennen aan de toekomst. De toekomst waarin Bram een keer ‘op kamers’ zal gaan. Dat hoeft nog niet, maar ik merk dat zowel Bram als wij er naar toe groeien. En dat is eigenlijk heel normaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten