zondag 17 januari 2016

Je komt er niet in


 (dit blog verscheen eerder vandaag op mijn nieuwe, meer algemene blog: http://publiekezaken.blogspot.nl/)
De afgelopen dagen sprak de Tweede Kamer over de ratificatie van het VNverdrag voor de rechten van mensen met een beperking. Een debat dat heel erg lang op zich heeft laten wachten. De VN heeft dit verdrag al op 13 december 2006 getekend, maar in ons land is het nog altijd niet geratificeerd.

Dat is om het voorzichtig te zeggen ‘jammer’.

En om het minder diplomatiek te zeggen: een schande.

Nog altijd is de toegankelijkheid van onze samenleving voor mensen met een beperking geen recht, maar iets wat ieder voor zich moet afdwingen. 

En: in de afgelopen jaren is er in heel veel veranderd voor mensen met een beperking. En hoewel niet zelden ‘geframed’ als vooruitgang zijn al die maatregelen bij elkaar helemaal niet gunstig voor mensen met een beperking.

Neem nu het financiële plaatje: regelen zijn afgeschaft of versoberd (WTCG, belastingaftrek), eigen bijdragen zijn ingevoerd, eigen risico is ingevoerd. Huishoudens worden met een stapeling van extra kosten geconfronteerd.

Mensen met een kleine uitkering, zoals Wajongers, die in een instelling wonen, worden daarnaast geconfronteerd met het feit dat die instellingen nu verplicht zijn bepaalde diensten tegen kostprijs door te berekenen. Ik heb bedragen gehoord voor wassen van 1800 euro en meer per jaar. Dat is veel geld als je moet rondkomen van een Wajonguitkering en daarbij je ook al je eigen risico van de zorgverzekering en je eigen bijdrage voor de zorg moet betalen.

Is er enig zicht op de gevolgen van al die maatregelen op de koopkracht van de inwoners van Andersland? Neen, bij mijn weten niet, ik hoor er in elk geval niets over.

Neem de digitalisering: er is bijna geen overheidsinstantie meer die je ‘zomaar’ telefonisch of in persoon kunt benaderen. Alles is digitaal geworden. Zo is er een enorme drempel opgeworpen voor mensen met een handicap. Mensen met een visuele handicap kunnen niet zomaar gebruik maken van deze toegangsweg. Mensen met een verstandelijke beperking moeten hulp inroepen van anderen, het ‘gekend worden’  wat voor hen zo belangrijk is, is er via de computer natuurlijk niet meer bij. De ombudsman heeft herhaaldelijk gewezen op de effecten van de digitalisering op de toegankelijkheid, zie bijvoorbeeld hier.

Werk: schoolverlaters met handicap die voorheen in de Wajongregeling vielen worden nu grotendeels afgewezen. Deze jonge mensen moeten het zelf maar uitzoeken in onze participatiemaatschappij. Zij hebben nergens recht op: niet op een uitkering en ook niet op hulp en ondersteuning bij het vinden van werk.

Zorgverzekering: hoewel het niet mag, gebeurt het toch: selectie door de zorgverzekeringen. Ik kan u vertellen dat wij vanwege zoonlief nog nooit zijn gewisseld van zorgverzekering.

Neem nu de bejegening:  in toenemende mate is er sprake van een onfatsoenlijke bejeging van mensen met een handicap en hun mantelzorgers. Door politici. Door de media. Door de overheid. Het framen van PGBhouders als ‘fraudeurs’ is hier een pijnlijk voorbeeld van.

Wantrouwen valt je ten deel als je gebruik moet maken van regelingen bedoeld voor mensen met een beperking. Ondergetekende heeft bijvoorbeeld bezoek gehad van een Bijzondere Opsporingsambtenaar.  Dit naar aanleiding van het ‘briefadres’ dat zoonlief hier thuis heeft. Niet aangekondigd stond hier een meneer in uniform in de gang. Op mijn vraag of dit bezoek niet even aangekondigd had kunnen worden, was het antwoord  dat ‘u dan eventueel bewijsmateriaal kunt wegmoffelen’. Het bewijsmateriaal van mijn vermeende frauduleus handelen dus. En ik mocht me in mijn eigen huis legitimeren onder het motto ‘u kunt wel iedereen zijn’.  Meneer ging hoogrood weg, ik kreeg later excuses van zijn leidinggevende. Maar toch….

Deze lijst is niet uitputtend. Het slagregent op twitter onder de hashtags #jekomternietin en #binnenhof van de voorbeelden.

Ik vraag me af hoe al deze regelingen eruit hadden gezien als Nederland in 2007 of 2008 het VNverdrag had geratificeerd. Ik weet zeker dat een aantal zaken dan heel anders waren gelopen.

Het is hoog tijd dat Nederland laat zien te beseffen dat de participatiemaatschappij een mooi streven is, maar alleen kan slagen als alle maatschappelijke partners hier hun rol in pakken.

Zo moeilijk is het niet, zo fatsoenlijk is het wel.

Het zal ons toch niet gebeuren dat we hier niet uitkomen?

Deze kinderen hebben het wél begrepen:  de wereld is van ons allemaal!