Beste Ronald,
Jij en ik kennen elkaar van vroeger.
Jij was hoofd van de ‘Oncology Graduate School Amsterdam’,
waar promovendi die binnen Amsterdam aan kankeronderzoek werken worden
opgeleid.
Ik was promovenda bij je collega Ada, een dame waarover jij en
je mannelijke collegae je nogal eens over opwonden. Volgens mij in
verschillende betekenissen van dat woord.
We werkten bij het Nederlands Kanker Instituut/AvL in Amsterdam, jij op de achtste en ik op de zevende verdieping.
Ik herinner me dat je ons eens vertelde dat we vooral geen
cartoons moest gebruiken in wetenschappelijke presentaties. ‘Dan nemen mensen
je niet serieus’, zei je.
Ik moest toen heel erg lachen, en maakte ‘en plein public’
een opmerking tegen je. Want ik dacht (echt waar!) dat je een grap maakte.
Uit jouw getergde reactie begreep ik meteen dat dat ongepast
was, dat lachen. Want je was bloedserieus.
Ik moest daarna eerlijk gezegd vaker om je lachen, kon het
niet helpen. Mensen die zichzelf zo serieus nemen, roepen dat bij me op. Het
spijt me.
Ik moest later elke keer om je lachen als ik die hoed zag,
die had je in je wetenschapstijd nooit op. Of die keren dat je op een
bootje stond bij de Gay Parade.
Moest al minder lachen, toen ik laatst je opvoedkundige
inzichten moest aan horen.
En na gistermiddag kan ik echt niet meer om je lachen.
Jij ziet het namelijk al helemaal voor je, hoorde ik op het
radio 1 journaal. Over drie jaar zijn er geen 400 maar 300 gemeenten. Die
gemeenten kunnen wat jij niet kan, namelijk voor 16 miljard euro doen wat nu
nog 18 miljard kost. ‘Decentralisatie’ heet dat, met een mooi woord. En het
gaat om ‘de transitie in het sociale domein.’
Het betreft de zorgtaken die nu nog bij de landelijke
overheid liggen. Zorg voor vaak heel kwetsbare medemensen.
Tijdens al die fusies van al die gemeenten, en o ja, we
krijgen ook nog minder provincies, gaan al die ambtenaren zich naar jouw idee ‘en
passant’ instellen op hun nieuwe taken. Iedere hulpbehoevende krijgt een eigen
casemanager, of hoe het nu weer gaat heten, en die gaat dan zorgen dat mensen zelf
de zorg regelen krijgen die nodig is. Na een ‘keukentafelgesprek'
worden mensen ‘in hun kracht gezet’.
Ondertussen is de ‘ontschotting’ een feit, want die 16 miljard,
die is niet geoormerkt. En als gemeenteraden vinden dat een nieuw
voetbalstadion, of de herinrichting van het oude stadscentrum, een gedegen
investering is in de ‘sociale cohesie’, dan
is dat ook OK, hoor. Er zijn geen kwaliteitscriteria waar de zorg aan
moet voldoen, en mensen hebben geen rechten meer, maar mogen aanspraak maken op
‘voorzieningen’.
Mocht het niet goed lopen, dan kunnen burgers gewoon een
andere gemeenteraad kiezen. Dan komt het (op termijn) allemaal wel goed, meld
je geruststellend.
Ik heb de afgelopen jaren binnen het ‘sociale domein’ achter
de schermen kunnen kijken. Ik heb ‘bottom up’ gezien wat er gebeurt binnen
organisaties. Telkens weer zijn er reorganisaties, juist binnen het sociale
domein, want nu al gaan er veel zaken niet goed. Google maar eens op
‘reorganisatie’ en ‘sociale dienst’.
Bij zo’n reorganisatie wordt een interimmer aangesteld, die
‘dit proces gaat aansturen’. Dat gebeurt dan onder een welluidende titel.
‘Fokus klant!’, of iets dergelijks.
Dan worden er nieuwe ‘managementtools’ aangeschaft, en
‘werkprocessen’ worden ‘op de nieuwe organisatie afgestemd’. Nieuwe inzichten
zijn per defintie ‘new school’, vandaar dat de helft van alle ambtenaren in ons
kikkerlandje inmiddels een cursus ‘lean management’ heeft gevolgd. Dan vertelt
men bijvoorbeeld trots aan klantvertegenwoordigers dat men er nu achter is dat
een indicatietraject echt geen acht weken hoeft te duren, hoor. ‘Het kan nu
binnen tien werkdagen! Een efficiencyslag van 75 procent!’ De sprakeloosheid
van de toehoorders wordt ten onrechte toegeschreven aan bewondering voor dit
nieuw verkregen inzicht.
Die interimmers zijn slimme (en dure) mensen die zien hoe
het efficienter kan. Nederland
wordt in toenemende mate gestuurd op efficiency en kostenbeheersing, heel
belangrijk en begrijpelijk in een tijd van economische malaise. Maar wat vooral
zou moeten tellen, is de inhoud, en daar hebben interimmers vaak geen verstand
van. En wat erger is, de ambtenaren bij de gemeente hebben nu nog geen verstand
van de burgers die zij moeten gaan ‘empoweren’. En daar moet eerst alle
aandacht naar uit gaan.
Tijdens de verbouwing moet de verkoop doorgaan, Ronald. Mensen
met een zorgvraag blijven bestaan, die staan gewoon aan de gemeentebalie. Die
kun je niet jaren even ‘on hold’ zetten zolang al die gemeenten en
provincies nog met zichzelf bezig zijn.
Uit het parlementaire onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen, uitgevoerd onder leiding
van je collega en partijgenoot Dijsselbloem, is gebleken dat het combineren van
grote veranderingen tegelijkertijd met het doorvoeren van een bezuiniging,
een heel slecht idee is. En helemaal als het draagvlak bij het werkveld onvoldoende is. Waarom zou dat dit keer anders zijn? De hervormingen
die jij voorstaat zijn ongelooflijk ingrijpend, daar zijn die in het onderwijs
niets bij.
Je bent een groot wetenschapper, Ronald, eentje met aanzien
in de hele wereld.
Maar ik ben zo ontzettend bang dat je een klein staatsman bent. Mocht je falen, dan is het leed niet te overzien.
Maar ik ben zo ontzettend bang dat je een klein staatsman bent. Mocht je falen, dan is het leed niet te overzien.
Een zeer bezorgde groet uit Andersland,
Maaike