Bram in dromenland....na een paar heerlijke dagen Efteling |
In de herfstvakantie is het dan eindelijk zo ver: we gaan naar de Efteling!
De Efteling is voor Bram het allermooiste uitje. We hebben een aantal jaren geleden ingevoerd dat we dan twee dagen gaan. Tussendoor logeren we in het Eftelinghotel.
De reden? Het is voor Bram zo ontzettend spannend, dat hij meestal aan het begin van dag één een woedebui krijgt, en daarna een huilbui. Gewoon van alle opgebouwde zenuwen. Met daarbij de onzekerheid over wat we eerst gaan doen, en wat daarna. En natuurlijk: kunnen we wel alles doen? Vandaar deze (behoorlijk prijzige) oplossing.
Aan de andere kant: voor Bram geen dure hobbies, geen fiets of brommer, geen boekenpakket, en geen schoolreis naar het oude Rome of Parijs. Geen ‘peer pressure’ om dure merkkleding te kopen, en geen kosten aan mobiele telefoon. Als je het zo bekijkt, is een gehandicapt kind eigenlijk een koopje!
Deze keer gaat tante Marjet mee, met nicht Judith (bijna 15) en neef Jeppe (bijna 12). Tesamen met ons drietal van 10, 13 en 16 jaar hebben we een mooi setje pubers bij elkaar.
Op de dag van vertrek staan we allemaal vlot naast ons bed. Op Bram na. Die heeft zich voorgenomen om lekker uit te slapen. Het is immers vakantie, en in de vakantie slaap je altijd uit. Het resultaat is een behoorlijke scene, maar uiteindelijk zit hij dan toch aangekleed aan tafel. Lang leve het autistische brein…..
Na deze, zeer chaotisch verlopen, start van de dag vertrekken we dan eindelijk, een dik half uur te laat. Maar dit keer valt het rijden heel erg mee, en zo komt het dat we toch op tijd aankomen. Even na tien uur lopen we de Efteling binnen. Eerst koffie!
Judith, Jeppe, Femke en Eva zijn al zo groot dat ze eigenlijk best zonder ons mogen rondlopen. Zij gooien haastig hun cola’s achterover, en vertrekken.
Als eerste doet het viertal Vogel Rok aan, een achtbaan in het donker. En om half elf heeft mijn lieve neefje al een waarschuwing aan zijn broek van het personeel. Op de foto genomen in die achtbaan staat onze vriend namelijk met een opgestoken middelvinger. De foto wordt gewist, de dames balen daar ontzettend van: ze stonden er naar eigen zeggen zo leuk op! Mijn zuster is behoorlijk boos, Bart en ik doen het zowat in onze broek.
Die twee dagen vliegen voorbij, het is rustig en de zon schijnt zowaar. We picknicken buiten, en de kinderen gaan in alle attracties. Zus en ik hoeven niet zo in al die achtbanen, want niet dapper genoeg. De Droomvlucht durven we wel. En we durven ook te kijken naar de voorstelling over ridders, Raveleijn. En verder kletsen we lekker, we gaan lekker uit eten, drinken een goed glas wijn. De kinderen zijn lief, allemaal!
Het gaat goed, heel goed zelfs, met Bram. Hij geniet volop. Hij omhelst een aantal personeelsleden van de Efteling en van het hotel, omdat hij meent ze te herkennen. ('Dat was toch Roodkapje?' 'Ja, Bram, alleen zonder rood kapje...'). Hij heeft zijn privileges als gehandicapte, mag vaak twee achter elkaar in een attractie.
We hebben de rolstoel bij ons, maar Bram zit er nauwelijks in. Tot dag twee, vijf uur. Als Bram uit de Vogel Rok komt, zakt hij weg in een minutenlange absence. Eerlijk gezegd schrikken Bart en ik er alletwee een beetje van, omdat hij ontzettend wit weg trekt. En wij zijn echt heel heel veel gewend, en dan schrik je ook van elkaar’s schrik.
We zetten hem lekker in de rolstoel, goed vast, en gekanteld. Bram is echt helemaal op, hij valt in een diepe slaap. We krijgen er met moeite nog een paar frietjes in. We rijden Bram achter in onze nieuwe rolstoelauto. Wat heerlijk dat hij zo comfortabel in de rolstoel de auto in kan!
Bram slaapt. De meiden zijn tevreden, en wij ook. Wat een heerlijke paar dagen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten