Hier begint de zaterdag anders dan anders. Bart heeft zijn enkelbanden gescheurd en daarom moeten we onze vaste taakverdeling herzien. En die is dat Bart op zaterdagochtend met Bram van Hoofddorp naar Amstelveen rijdt, om daar met hem naar G-hockeytraining te gaan. En die eer valt mij nu dus te beurt, en daar heb ik eigenlijk geen zin in…Heb meer zin in zo’n tut-ochtend, in pyama de krant lezen, een wasje draaien en om 10 uur gaan douchen. Maar dat gaat dus niet door.
Bram en ik zitten netjes op tijd aan tafel. En omdat Bram erg onder de indruk is omdat zijn sterke vader opeens met krukken loopt, werkt hij werkelijk keurig mee. Om 9.30 zitten we in de auto. Ik verdwaal altijd en overal, dus voor de zekerheid gaat de tomtom aan.
In de auto is het heel gezellig. Bram praat honderduit. Zijn helm die hij altijd draagt om verwondingen te voorkomen als hij een aanval krijgt mag hij in de auto af. Fijn om dat koppie zo goed te kunnen zien.
Bram vertelt dat hij op school de seizoenen leert: winter, lente, zomer en herfst. In de herfst vallen de blaadjes van de bomen, vertelt hij. Bram maakt met zijn handen het teken van vallende blaadjes: hij houdt zijn vingers naar beneden en wiebelt er mee. In de herfst kun je mooie bladeren vinden, die hebben allemaal mooie kleuren.
De tomtom-mevrouw meldt ondertussen keurig als we links of rechts moeten. Bram weet ook wat rechts is, verklaart hij. En met een zwaai gaat zijn rechterarm naar rechts. En ook wat links is, en daar kan ik net een zwieper van zijn linkerarm ontwijken. Levensgevaarlijk zo op de snelweg, maar ik geniet ook van mijn zoon die voor het eerst sinds weken zo lekker vertelt.
In Amstelveen wijst Bram me de weg (links, rechts….), en er is ook nog plek om te parkeren. Wij zijn prima op tijd!
Langs de stoep zien we enorme stapels bladeren liggen: Bram kijkt en bukt, kijkt en bukt, kijkt en bukt. In no-time heeft hij een hele bos met druipende herfstbladeren. Haast maken heeft geen zin bij Bram, dan gaat het allemaal nog langer duren….met zachte dwang krijg ik Bram op tijd bij zijn teamgenoten.
Daar is Herman, hij komt er eens gezellig bij staan. ‘Wat zie jij er vandaag geweldig uit’, zegt hij tegen mij, ‘Met die blauwe ogen, die stralen als sterren in de verre hemel. En die rode mond die…’. “Herman! Komen!” klinkt het over het veld. En weg is Herman, de rest van zijn verklaring, die alle andere moeders ook al eens hebben gehoord, kan ik niet meer verstaan.
Ik zie vanuit de verte dat Bram regelmatig wat kleine aanvalletjes heeft maar hij doet toch ontzettend zijn best. Het plenst en 'ons soort ouders' kan niet zomaar binnen gaan zitten. Maar het is hartstikke gezellig aan dat hek, onder onze plu’s en met onze koffie.
Op de terugweg zetten we de radio aan, en ik zing lekker mee met Abba. Maar dat zingen vindt Bram niet zo’n goed idee: zijn vingers gaan in zijn oren. Dan vervolgen we ons gesprek over de seizoenen. ‘In de herfst maken de vogels toch een nestje, mam? Om eitjes in te leggen’. We bedenken samen dat dat niet zo slim zou zijn van die vogeltjes, want dan krijgen de kleine vogeltjes het veel te koud.
Tevreden komen we thuis. Daar ligt het verslag van de eerste 2 maanden stagelopen van Bram op ons te wachten: het gaat helemaal niet zo slecht, want ik mag lezen dat ‘Bram enthousiast is, graag wil werken en hulp accepteert. Het inpakken en uitpakken vindt hij heel leuk’. En de leerdoelen voor de komende tijd brengen een lach op mijn gezicht: ‘je rustig gedragen in de gang en de kantine, en daar niet zingen! ‘
Geen opmerkingen:
Een reactie posten