zaterdag 12 november 2011

Dank u, Sinterklaasje!


Vanmiddag heb ik Bram uit school gehaald, het gaat niet goed met hem. We hebben donderdag de rolstoel naar het logeerhuis gebracht, na slechte berichten: veel aanvallen, sondevoeding en een lelijke valaanval met een open knie als gevolg. Ook vandaag een rommelige dag, de kookles heeft Bram in bed doorgebracht.

Ik krijg bij het ophalen uiteraard van klasgenoot Tim de vraag wanneer hij bij ons kan komen eten. En Tim heeft ook een compliment voor me: 'Wat zie jij er slank uit!' Kijk, Tim heeft het begrepen!

Ik laad meneer in, inclusief rolstoel en tassen. We gaan lekker naar huis.

Het is vandaag 11 november. Dan start wat ik de ‘spannende periode’ ben gaan noemen. De periode waarin er eerst Sint Maarten wordt gelopen, daarna de sint arriveert, en tot slot de kerstvakantie aanbreekt. Een periode waarin veel dingen anders gaan dan anders. En anders is voor gewone kinderen misschien leuk, voor Bram is anders heel ‘moelluk’.

Hoe moeilijk blijkt vanmiddag. Naast de aanvallen die maar blijven komen, heeft Bram het heel moeilijk met alle onzekerheid. Want hoe gaat het met Sint Maarten lopen? Wie gaat er mee: ‘mij zusjes’? en pappa? Of mamma?

En dan morgen: dan komt de sint aan in ons land. Bram beslist dat hij morgenavond meteen een schoen mag zetten. En dat daar dan een CD van Jan Smit in moet. Bram heeft namelijk opeens een passie voor het liedje ‘Als de morgen is gekomen.’

Ik leg Bram uit dat er in de schoen een klein kadootje komt, geen CD. Een CD kan wel in de zak van sint zitten, als we met opa en oma erbij sint gaan vieren. Maar niet in een schoen…

Bram ontploft. Hij begint te gooien met spullen, rent van tafel, zit eindeloos gillend op de bank. Bart en ik troosten Bram. We vertellen hem precies hoe het zal gaan. Op de kalender schrijven we wanneer de schoen mag worden gezet. Op die dagen staat een grote S, van sint. En van schoen. En op 3 december tekenen we een mijter. Want dan komen opa, oma, tante Marjet, Judith en Jeppe.

We spreken af dat dat betekent dat dan de zak van sinterklaas komt. Met daarin de CD van Jan Smit.

Eindelijk kalmeert Bram, al met al zijn we een uur met hem bezig.

Bram gelooft sinds een paar jaar niet meer. Dat heeft ons heel wat gesprekken gekost, want hij wilde het niet geloven. Maar eindelijk is het toch gelukt. Dat scheelt een beetje in de spanning die het sintgebeuren bij hem oproept. Want nu kunnen we hem precies vertellen wat er gaat gebeuren. En dat klinkt misschien ongezellig, maar een autist, en dat is Bram, zoekt duidelijkheid. Verrassingen zijn niet leuk.

Tot slot Bram’s reactie toen het eindelijk tot hem doordrong dat Sinterklaas echt niet bestaat. ‘Maar de paashaas bestaat toch nog wel, he mam?’

Jan Smit, Als de morgen is gekomen




Geen opmerkingen:

Een reactie posten