Bart heeft
een middag vrij genomen. Fijn, want nu kunnen we samen naar Bram gaan. Het is
woensdagmiddag, en bezoekmiddag op de afdeling.
Als we op
de observatie-afdeling bij de epilepsie-instelling komen, ligt Bram heerlijk
puberaal languit gezakt op de bank. Hij kijkt TV. Dat hij ons heeft gezien,
blijkt uit een kort lachje, waarna zijn ogen meteen weer strak op het
beeldscherm gericht staan.
Ik kijk
naar Bram en zie het meteen: dat gaat een stuk beter! Hij kan weer echt gericht
kijken. Hij hangt dan wel, maar zijn
spierspanning is normaal. En op zijn kin zitten de resten van een boterham met
pindakaas, en niet de kleffe slijmdraden die daar de afgelopen weken zichtbaar
waren.
Bart hijst
Bram overeind, en samen zetten ze de TV uit. Ik laat Bram zien dat er weer post
is gekomen. Samen lezen we de post: een kaart van medemoeder Maaike, en een
brief uit Spanje, van opa. We hangen de post op zijn overvolle prikbord. Wat
ziet dat er gezellig uit!
Nu wil Bram
wil een spelletje doen: pesten. Hij pakt de kaarten, en holt voor ons uit naar
de bezoekersruimte. We gaan zitten, Bart schudt en deelt de kaarten uit.
Bram kent
dit spelletje eigenlijk verrassend goed. Ik help hem wel altijd, door stiekem
in zijn kaarten te spieken. ‘Bram, heb je niet toevallig nog een boer?’, kan ik
dan onschuldig vragen. Met die hulp gaat het best, dit kaartspelletje.
Maar nu we
zo met zijn drietjes aan het kaarten zijn, blijkt dat Bart veel strenger is dan
ik. Hij helpt Bram helemaal niet! Sterker nog, hij vraagt hem zijn kaarten zo
te houden, dat wij ze niet kunnen zien.
Ik geef
Bart een schop onder de tafel, tegen zijn been. Bram zegt ‘au’. Met die wirwar
van lange stelten heb ik de verkeerde geraakt. Bart kijkt me verbaasd aan. Ik
probeer hem zonder woorden duidelijk te maken dat ik in Bram’s kaarten wil
kijken, om hem zo te helpen.
Maar nu heb
ik buiten Bram zelf gerekend. Hij wordt boos op mij: ‘Jij mag niet afkijken,
mamma!’ En het volgende moment is hij, met zijn overgebleven kaart, de gang op
gerend.
Ik ga hem
achterna. Als we tegenover elkaar staan, barst hij in lachen uit. ‘Dat mag jij
niet doen, mamma!’, roept hij, ‘ik zal je leren!’
Het
volgende moment gaan zijn lange vingers richting mijn hals en nek. ‘Daar komen
twee spinnetjes aan. Kriebel krabbel kriebel krabbel kriebel krabbel’, roept
Bram. ‘Ik ga je de kieteldood geven!’
Nu,
lieve lezertjes, komt er een bekentenis: ik kan absoluut niet tegen kietelen.
Ik probeer daarom uit alle macht bij de kietelende vingers vandaan te blijven,
maar moet ondertussen zo verschrikkelijk hard lachen, dat ik niets meer zie.
Bram en ik rollen door de gang.
Gelukkig
weet Bram dit keer wel wanneer hij weer moet stoppen. Met de tranen in onze
ogen gaan we weer terug naar Bart.
Na drie
potjes pesten, is het tijd voor pauze.
Voor het
eerst sinds zijn opname kan ik Bram trakteren op iets lekkers uit de automaat.
Als Bram in goede staat was geweest, dan had hij dat ding al meteen ontdekt, nu
is het geheel nieuw voor hem. Bram is verslaafd aan knopjes en dit soort apparaten.
Ik heb weleens in een wachtkamer gezeten, terwijl Bram een half uur lang aan
zo’n ding gelijmd stond, verderop in de gang.
We trekken
een blikje cassis uit het apparaat. Het valt met een heel grappige klap, zo hoppa, naar beneden. Bram giechelt, en steekt zijn hand door de opening om het te pakken.
We trekken ook nog een zakje paprikachips. En dan nog een zakje chips. Voor pappa.
We trekken ook nog een zakje paprikachips. En dan nog een zakje chips. Voor pappa.
Bram
slurpt de cassis naar binnen en propt de chips er achter aan. Dan staat hij
op, en rent weg.
Wij lopen
achter hem aan. Hij zit al weer voor de TV. Wij geven hem een dikke kus, Bram kijkt
niet naar ons, lacht een beetje.
Wij lopen
naar de auto. Ik heb bewust geen chips genomen, omdat ik te dik ben.
Ik ga tien kilo lichter naar huis.
Bram en wij
zijn ontzettend blij met en geraakt door alle post die Bram krijgt, het wordt
echt heel erg gewaardeerd!
Daar komen twee spinnetjes aan.... http://www.youtube.com/watch?v=h27Wr_-R-kc
Geen opmerkingen:
Een reactie posten