donderdag 29 maart 2012

Ondertussen in het Catshuis….




De sfeer in het hele land is gespannen, wat zal Geert straks te melden hebben? Vertrekt hij als verliezer, of gaat hij door onder het motto ‘het is maar een spelletje’?

Dan komt het eerste team bij het Catshuis aan. Sybrand en Maxime hebben er zin in!

Het tweede team, Mark en Stef, arriveert op de fiets. De sportieve jongens hebben voorafgaand aan deze marathonzitting zowel een frisse neus gehaald, als ook de noodzakelijke warming-up gedaan. Mark is in topconditie, en straalt als altijd zelfvertrouwen uit.

Tot slot arriveert het derde team, Geert en Fleur. Geert is als altijd weinig spraakzaam, Fleur loopt achter hem en lacht het publiek toe. Ook zij zegt weinig.

Al meer dan drie weken treffen de drie teams elkaar hier, achter gesloten deuren, met de gordijnen stijf dicht. Over de stand van zaken wordt geen enkele mededeling gedaan, zodat er over de uitslag alleen speculaties rondgaan.

Nu gaat de deur echt dicht, voor het hele land is het verder afwachten. Maar niet voor uw verslaggever, die tevens als koffiejuffrouw is verbonden aan het Catshuis. En in het landsbelang schetst zij hieronder wat er zich binnenkamers afspeelt….

Zodra de camera’s uit beeld zijn, kleden de deelnemers zich razendsnel om. De heren dragen nu gemakkelijke trainingspakken. Fleur trekt (in opdracht van Geert) een wat tuttig aandoend serveerstersuniformpje aan. Heur haar steekt ze op, en om haar heupen strikt Geert zelf een kanten schortje.

Nu gaat het gezelschap aan de ronde tafel zitten. Eerst wordt er met een grote dobbelsteen bepaald wie er het eerste mag. Wie een zes gooit mag een keuze maken uit de stapel oud-Hollandse spelletjes die op het dressoir te vinden is.

Mark gooit als eerste een zes. Hij kiest voor ‘spijkerpoepen’. Fleur zet een lege champagnefles neer, en bindt beurtelings bij de heren een touw om hun middel. Aan het touw zit een spijker en het is de bedoeling dat die spijker in de fles verdwijnt. Al snel zit de stemming er goed in, er wordt volop gelachen. Het is precies de sfeer die Mark zo graag ziet.

Om beurten gooien de heren met de dobbelsteen, wie een zes gooit mag kiezen.

Geert kiest voor zaklopen, en giert het uit als Maxime eerst, en daarna Mark, nogal pijnlijk ten val komt.

Maxime kiest voor ‘ezeltje prik’. Naar goed Rooms-Katholiek gebruik, gluurt hij stiekem om zijn blinddoek heen, en prikt op die manier de staart van het ezeltje precies op de juiste plek. Het is natuurlijk geen ‘fairplay’, maar binnen dit gezelschap worden wel meer zaken gedoogd.

Koekhappen, sjoelen, levend stratego, knikkeren, dobbelen: het komt allemaal aan bod. Fleur houdt de stand bij, de heren zijn onvermoeibaar.

Het enige spel dat niet op tafel komt, is het in opdracht van mevrouw Verbeet aangeschafte spel ‘mens-erger-je-niet’. Dit naar aanleiding van het debat waarin de irritatie tussen de heren nogal pijnlijk ‘en plein public’ werd geëtaleerd.

Na weken van dolle pret, was het gisteren opeens niet zo leuk meer. Geert stond op grote achterstand en had moeite zijn verlies te erkennen. Gelukkig heeft hij zich vandaag hernomen. Er valt immers geen tijd te verliezen.

Want op 30 april al moet er in Brussel een demonstratie ‘Oud-Hollandse spelletjes’ gegeven worden. Koninginnedag als innovatief exportproduct!








maandag 26 maart 2012

Donker pak



‘Summertime, when the living is easy’. De zomertijd is begonnen, en dat is de reden dat dit wijsje in mijn hoofd zit.

Het is kwart voor zeven als ik opsta. De zon schijnt nog niet op deze maandagmorgen, maar het belooft een mooie dag te worden. Ik ga eerst naar Bram toe, doe de gordijnen een stukje open en een pil in zijn mond. Bram ligt nog diep te slapen en als hij even wakker wordt, is dat alleen om mij ‘ga uit mijn kamer’ toe te voegen.

Ik ga zingend (‘fish are jumping, and the cotton is high’) in de keuken aan de slag. Tafel dekken, Sam in de tuin, theewater opzetten.

Nog even naar Bram. Die ligt er nog steeds zo bij. Ik meld hem dat pappa zo komt. Nu komt er van onder de dekens ‘laat me met rust, ga uit mijn kamer! Ik ben de baas van mezelf!’

Oei, dat klinkt niet best. Zomertijd doet mij wel maar Bram duidelijk geen goed. Pippi trouwens ook niet, want zij wenst haar mand niet te verlaten en bekijkt mij met broeierige blik vanonder de rand van haar mandje.

De katten lopen ondertussen te gillen om eten en gaan tot hun onzetting met een zwaai naar buiten om daar aan hun ochtendgymnastiek te beginnen. Als katteblikken konden doden, dan las u nu geen stukje van mijn hand.

‘Your ma is goodlucking’, galm ik door de lege keuken, ‘so hush little baby, don’t you cry!’

Inmiddels is de rest van het gezin beneden. Bart ontfermt zich over Bram. Dat gaat niet goed, Bram wenst niet op te staan. Hij gilt en schreeuwt, schopt en slaat, knijpt en trapt. Ik ga Bart helpen. We proberen het vriendelijk, boos, dwingend, maar niets helpt. Uiteindelijk kleden we hem kordaat samen aan, en zetten hem aan tafel. Daar wil hij niets eten, wel gooien met alles wat hij in zijn handen krijgt. Maar uiteindelijk kalmeert hij, eet hij zijn yoghurt, krijgt zijn pillen.

En zo zitten Bram en ik dan om 8.30 uur in de auto, we gaan op weg naar de helmenman, er moet nieuw klittenband op zijn helm.

Bram laat zich wonderwel helpen, zit keurig op de bank te wachten. Hij trekt voor ons beiden uit de automaat een kopje koffie. Hij blijft dit keer van alle uitgestalde spullen af. Behalve bij vertrek als mij een kunstbeen wordt aangeboden. Het is 10 uur als ik hem op school aflever.

Nu naar huis. Ik heb me voorgenomen dat maandag mijn huishouddag is. Ik ga dan thuis een klus doen. Vandaag is dat: de keuken uitmesten. Ik begin bij de koelkast. Dat valt dit keer best mee, slechts één pot met beschimmelde inhoud. Alles netjes afnemen, boel weer inruimen.

Nu door naar de kastjes. Dat heeft duidelijk de laatste tijd wat minder aandacht gehad. Ik gooi bijvoorbeeld een pot Canderel weg met als uiterste houdbaarheidsdatum mei 2003.

Dan valt mijn oog op een plank vol met potjes vitamines. Bijvoorbeeld die pot ‘multi vitaminen en mineralen slow released’ met als houdbaarheidsdatum februari 2009. Twee potten kindervitamines (oktober 2010 en april 2011), Kelptabletten (waarom hebben we die eigenlijk? Houdbaar tot maart 2008), vitamine B Complex 50 en C-200 (maart 2009). En tot slot een pot pillen die ik helemaal niet kan thuisbrengen: St Johns wort ‘300’ (houdbaar tot april 2009).

Ik ontdek een vergeten voorraad van 107 verjaardagskaarsjes en berg ze samen met het zaterdag gekochte doosje op. In de categorie verjaarskaarsen trouwens ook nog een 4, een 5 en een acht. Ik maak een mentale aantekening, dat ik niet moet vergeten de 4 en de 8 op Bart’s verjaardag te gebruiken. Twintig oude batterijen, verlopen spaarkaarten, elastiekjes, een doosje gebakken uitjes uit de prehistorie, het verdwijnt allemaal uit de kastjes.

Ik poets, boen, zing (‘But till that morning, there's a'nothing can harm you. With daddy and mamma standing by).

Het is verder een dag die heel rustig verloopt. Mijn hoofd wordt lekker leeg, en de keukenkastjes ook.

Tevreden meld ik mijn acties van die dag aan Bart, die mij meldt ‘dat keukenkastjes opruimen net is als plassen in een donker pak. Je ziet er van buiten niets van, maar het geeft een warm gevoel van binnen’.

En bedankt!



Summertime, Ella Fitzgerald en Louis Armstrong: http://www.youtube.com/watch?v=MIDOEsQL7lA





dinsdag 20 maart 2012

De grote wens van Bram



Maandag 12 maart is het zover: de dag waarop de Doe een wensstichting Bram (en ons hele gezin) meeneemt voor een dag vol verrassingen. Al vroeg staan we klaar en als om 7.45 een indrukwekkende verlengde limousine met chauffeur voorrijdt, kunnen we meteen instappen!

Wenshalers
Een paar maanden daarvoor kregen we bezoek. De ‘wenshalers’ van de stichting kwamen met Bram praten om te ontdekken wat zijn grote wens was. Bram was eerst heel verlegen, hij lag onder zijn dekbed in bed. Maar na een tijdje ontdooide hij en kwam hij er bij zitten. En meteen flapte hij zijn wens er uit: een boomhut in de tuin. Al jaren is Bram zelf aan het timmeren, maar een echte boomhut is heel moeilijk te maken. De wenshalers doen hun werk heel goed en krijgen heel veel informatie uit Bram. Met al die informatie is Madelon van de stichting aan de slag gegaan en zij heeft een geweldige dag voor Bram georganiseerd.

Stroopwafels
Als we de straat uitrijden, blijft Marjan in ons huis achter. Madelon rijdt met Bertine in haar eigen auto achter ons aan. Wij kijken onze ogen uit in de limousine: kristallen glazen, kinderchampagne, blikjes fris, Tv-schermpjes, allemaal lichtjes, en zakjes K3 snoep. Madelon heeft ons verteld wat we als eerste gaan doen: stroopwafels bakken.

En inderdaad, nog voor het negen uur is stopt de limousine op de markt in Gouda. In een klein zijstraatje is een stroopwafelbakker. Als we binnenkomen, worden we hartelijk ontvangen en krijgen we uitleg over de bakkerij. Indrukwekkend vind ik dat er in tamelijk eenvoudige omstandigheden maar liefst 5 miljoen stroopwafels worden gebakken per jaar.


Bram vindt de uitleg iets minder interessant, maar al snel worden we aan het werk gezet. We gaan zelf wafels bakken. Bram mag eerst. De bakker is heel geduldig en spreekt Bram precies op de juiste wijze aan. Bram mag zelf het deeg in het ijzer doen, en de hete wafel met een scherp mes opensnijden. Stroop erop, aandrukken en de eerste stroopwafel is klaar. Bram is nog steeds een beetje verlegen. Hij pakt zijn wafel en loopt naar het restaurantgedeelte. En daar eet hij genietend zijn wafel op. Ik vind het een bijzonder moment. Bram heeft immers in totaal zeven jaar het ketogeen dieet gevolgd, en iets snoepen was er toen niet bij. Stroopwafels zijn Bram’s allerliefste koeken, en het moet gezegd: zo lekker als hier proef je ze niet vaak.

Bram mag nog vijf wafels bakken, die nemen we mee naar huis.

Dieren in alle soorten en maten
Na de koffie gaan we verder, nu gaat de tocht naar Amelisweerd. Bij het fort Rhijnauwe stopt de reis voorlopig. Inmiddels is de zon doorgebroken, we hebben prachtig weer! Wat een geluk. Op een grasveld zien we twee tafels staan. Op de tafels staan allemaal kooien met dieren: eendjes, kippen, cavia’s, konijnen, een papagaaitje, een schildpad, een stinkdier en in een klein teiltje zelfs een echte beverrat. We mogen alle dieren aaien, en al snel hebben we allemaal een dier in onze hand of op schoot. Ook lopen er al vlug allemaal dieren los, zoals de kippen, de loopeend en de schildpad. Deze dieren zijn gewend aan knuffelen, hun baasje gaat met hen instellingen voor gehandicaptenzorg af. Ook hij weet precies de juiste toon te treffen bij Bram.

Inmiddels is Bram echt helemaal ontdooid, hij geniet zichtbaar van alle dieren. Bram is echt een dierenvriend, we hebben thuis dieren, maar hij komt ook erg graag op de kinderboerderij en op de manege. 


Nadat we alle dieren met veren en haren hebben geaaid, blijkt er nog een verrassing te zijn…..er zijn ook heel spannende dieren meegekomen, dieren die ik zelf wat minder aaibaar vind. Nu komen de slangen te voorschijn. Een kleintje maar ook een hele grote python! Bram en pappa hebben de python op hun schouder. Ook leren we dat deze slang met gemak een hertje op kan eten, daarna heeft hij drie weken geen honger meer. 

Ook komt er een heel schattig kaaimannetje te voorschijn, hij is in opleiding tot knuffelkaaiman en zal straks meer dan twee meter lang zijn. Op dit moment is het beestje 20 cm lang, zit hij de hele tijd met zijn bek wagenwijd open, en ziet het er vooral grappig uit.



Pannenkoek
Als we afscheid hebben genomen van de dieren, is het tijd voor de lunch. Dat is een heerlijke pannenkoek in het theehuis. Het smaakt ons prima. Bram heeft een pannenkoek met spek en kaas, en hij eet zijn buikje rond. Daarna wordt de reis weer voortgezet in onze luxe auto, met reuze aardige chauffeur. Bram is heel erg moe, maar niet getreurd: schoenen uit, en even lekker slapen op de grote bank. Bram slaapt een vol uur, en is precies op tijd wakker. De reis heeft ons nu naar Rijswijk ge bracht, en daar worden we bij een timmerclub afgezet. Hier staan weer twee heel aardige mensen op ons te wachten. Femke en Eva maken een vogelhuisje en Bram een gereedschapbak. Het resultaat ziet er geweldig leuk uit.

Brand!
Nog steeds is de koek niet op, al gaat de reis nu wel richting onze eigen woonplaats, Hoofddorp. We worden afgezet bij de brandweerkazerne, en daar opgewacht door alle aanwezige brandweermannen. Al snel heeft Bram echte brandweermannenkleding aan, en zit hij samen met zijn zusjes in de hoogwerker van de brandweer. 


En daarna worden we allemaal in een brandweerwagen gezet, en met loeiende sirene om het gebouw gereden. Daarna mag Bram een pop ‘redden’ uit een auto. Eerst even de deur eruit knippen, en dan de pop er uit halen. Als dat klaar is, slaan opeens de vlammen uit de auto. Maar daar weet brandweerman Bram wel raad mee: samen met een echte brandweerman mag hij de auto met schuim blussen. Femke en Eva mogen alles met water weer schoonspuiten.


Dan nog een rondleiding door de kazerne, en dan….dan staan er twee politieagenten met motoren klaar. Bram mag nog even op een motor zitten, maar daarna is het echt tijd om naar huis te gaan. Wij zitten in een brandweerauto, en rijden met gillende sirenes en zwaailichten achter de motoragenten naar ons huis. Achter ons rijden nog twee brandweerwagens, het is een bijzonder luidruchtige optocht! Natuurlijk loopt de hele straat uit om Bram welkom te heten.


Nog een verrassing
En dan blijkt dat Bram allergrootste wens die dag in vervulling is gegaan….een echte boomhut in de achtertuin. Hij is geweldig mooi geworden, zonder overdrijven echt de allermooiste boomhut die ik ooit heb gezien! 


Bram kijkt zijn ogen uit, hij glundert van oor tot oor. Binnen staat nog een prachtige werkbank op hem te wachten, net als een zitzak, een lamp, en kleedjes….en nog een aantal andere kadootjes. Ook Femke en Eva krijgen nog een mooi kadootje en dan is deze dag echt voorbij. Bram is doodmoe, klokke acht uur ligt hij in zijn mandje, hij slaapt meteen.


Naast een dag om nooit meer te vergeten, heeft Bram een blijvend kado gekregen waar hij echt eindeloos plezier van zal hebben. Een geweldige speelplek waar hij zich in kan terugtrekken, kan timmeren en zagen, ook als het slecht weer is. Een geweldig kado.

Heel veel dank!
Heel graag willen wij iedereen die deze dag mogelijk heeft gemaakt, ontzettend bedanken. Ik heb eigenlijk geen woorden voor de blijdschap die wij voelen nu onze zoon zo in het zonnetje is gezet. Het is een heerlijk tegenwicht voor de grote zorgen die er zijn om Bram: heel veel dank daarvoor!
  

zondag 18 maart 2012

Kwajongensstreken



Elke jongen hoort streken uit te halen. Dat vinden wij, volwassenen, vrijwel zonder uitzondering ontzettend leuk. Pietje Bell, Ciske de Rat en Kruimeltje zijn niet voor niets populair.

Als je zoon nooit iets uithaalt, is dat helemaal geen reden om trots te zijn, integendeel zelfs. Dat geldt ook voor ons als ouders van Bram. Maar het lag niet in de lijn der verwachting dat wij onze zoon erg vaak bestraffend zouden moeten toespreken.

Maar met groot genoegen stellen wij vast dat onze zoon inmiddels een behoorlijk aantal stoute streken op zijn naam heeft staan. Streken die heel gewoon zijn voor jongens van zijn leeftijd. Weliswaar vaak uitgevoerd op initiatief van en/of met hulp van een wat meer getalenteerde collega, maar toch! Plaats van handeling is eigenlijk altijd het terrein van de instelling waar Bram vaak is, en waar hij (heel gezond) ook af en toe niet helemaal in het zicht is.

Hier gaan we:
- weglopen: diverse keren zelfstandig uitgevoerd, maar ook regelmatig in samenwerking met collega Jeroen vanuit het logeerhuis.

- ‘sjeret roken’: ook uitgevoerd met Jeroen. Sigaret en aansteker door Jeroen uit de tas van Jeroen's moeder ontvreemd.

- ‘gat in je hoofd vallen’: eveneens met Jeroen. Tot onze vreugde een keer een ‘gewoon’ gat in zijn hoofd. Want uit de bocht gevlogen toen ze met zijn tweetjes op de driewieler reden.

Aan deze lijst kan nu worden toegevoegd: het met een steen ingooien van een ruit.

Ik citeer letterlijk uit de verslaglegging vanuit de instelling:
’15 maart. Bram vrolijk, af en toe een absence. Na het paardrijden liep hij op ons vooruit om te kijken naar de sloopwerkzaamheden van het gebouw Fuchsia. Even later stond hij om de hoek en vertelde dat hij wat had gedaan en liet mij een gesneuvelde ruit zien, met een steen in zijn hand. Ik heb hem hiervoor op zijn kamer gezet, vooral om het feit dat hij dit moest doen van Pieter. Uiteindelijk erover gepraat en hij begreep dat hij voortaan tegen Pieter nee moet zeggen’.

Tralala, natúúrlijk een 'serieus' gesprek gehad. Maar van binnen zo trots als een pauw!






Madness, shut up: http://www.youtube.com/watch?v=P0TQNp5MIO0


zaterdag 10 maart 2012

In zijn kracht zetten



Donderdag hoorde ik het weer. Dit keer uit de mond van minister van Bijsterveldt. Haar ambitie is om ‘leraren in hun kracht te zetten’.  

Eerder deze week had ik over precies dezelfde uitdrukking een discussie met een aantal beleidsmakers. Mensen overigens die het oprecht goed voor hebben met de mensheid, het heel graag goed willen doen. Maar volgens mij niet goed weten hoe. Dit keer ging het om de grote wijzigingen in de sociale wetgeving in ons land.

‘Ja’, was hun repliek: ‘hoe moet je het dan noemen?’

Dat weet ik ook niet. Maar het lijkt me belangrijk om te beginnen met deze vraag: wat wordt er eigenlijk bedoeld met die uitdrukking? Euh….empoweren? En hoe vertaal je dat dan?

In deze tijd van bezuinigingen wordt net gedaan alsof mensen door de overheid jarenlang zijn gepamperd, alsof mensen helemaal niets meer zelf hoeven te doen, als ze een probleem hebben. De overheid als de bekende ‘geluksmachine’. Nog zo’n rare uitdrukking, trouwens.

Ik kan niet nalaten elke keer te vertellen hoe verschrikkelijk ik die uitdrukking vind. En de vraag die dan opkomt is: waarom word ik kwaad als iemand over ‘in je kracht zetten’ begint?

Dat is omdat in die uitdrukking verscholen zit dat de ene persoon de macht zou hebben de problemen van de ander op te lossen. Simpel door iemand op het juiste spoor te zetten. Dat vind ik aanmatigend, vooral omdat men lang niet altijd weet tegen welke problemen iemand aanloopt.

Uit onderzoek op een afdeling spoedeisende hulp is gebleken dat de ‘opgave’  waar mensen die zich daar melden, mee worstelen, veel groter is dan louter het medische probleem. Die jonge moeder bijvoorbeeld, met haar gebroken been. Zij heeft niet alleen pijn, maar maakt zich ondertussen zorgen over haar kinderen die ze eigenlijk van school moet halen, over haar werk waar ze net na haar ouderschapsverlof weer aan de slag was gegaan, over de verbouwing die thuis gaande is en of haar man haar straks wel kan ophalen.

Dit is een kleine opgave vergeleken bij die van veel andere mensen. Bijvoorbeeld de opgave als blijkt dat een van je kinderen een zorgintensief kind is.

Daar zit bij mij een behoorlijk stuk frustratie. Toen bleek dat Bram Lennox-Gastautsyndroom had, is hij uitstekend medisch begeleid. Maar voor álle andere zaken waar wij tegen aan liepen was geen begeleiding. Er werd door niemand naar gevraagd, niemand wees ons de weg naar de hulp die er wel degelijk is. Dan gaat het bijvoorbeeld om zaken als opvoeding, moeilijk-verstaanbaar gedrag, de combinatie zorg-werk, het omgaan met een kind dat zich niet ontwikkelt, en de werkelijk ongelooflijk grote berg bureaucratie.

Alles maar dan ook alles wat niet te maken had met de medische aspecten hebben wijzelf uitgezocht en geregeld.

Wat ik al die jaren zo heb gemist is een stukje pro-activiteit en mededogen in de bejegening vanuit de overheid. Maar wat tref je als je als ouders een beroep doet op de regelingen als AWBZ en wmo? Juist: argwaan. Argwaan, want men gaat er van uit dat je er op uit bent jezelf te bevoordelen.

Telkens weer opnieuw indicatie-procedures doorlopen, soms een aantal keren binnen een jaar, voor hetzelfde kind maar voor een andere regeling. Bij aanvragen niet alleen ons eigen verhaal, de brief van de neuroloog, het verslag van onze eigen ergotherapeut en de observaties van de beambte zelf. Naast natuurlijk het dossier dat niet zelden al door dezelfde organisatie over je kind is opgebouwd. Nee: er moet vaak ook nog een ‘onafhankelijk' (en vast duur) onderzoek door een ergotherapeutisch bedrijf gedaan worden.

Je zou misschien denken dat al die professionals jou als ouder zien als de expert op het gebied van je kind. Maar dat is een misverstand: jij bent als vader of moeder per definitie onkundig. Ik heb me hier in het begin tegen verzet, maar dat heb ik opgegeven. Vandaar dat ik zelf alles voorbereid maar de aanvragen laat doen door een of andere ‘official’. Die kopieert dan op zijn/haar briefpapier wat ik heb aangeleverd, en voegt daarbij dan de ‘bewijsstukken’  die ik heb verzameld. En dan komt het vaak wel in orde. Iets waar ik dan cynisch om lach.

Ik heb niet de indruk dat de maatschappij weet hoeveel extra en onnodige stress dit oplevert voor ouders van Anderskinderen. En hoeveel tijd en energie ons dit kost. Tijd die wij allemaal graag zouden willen besteden aan zorgen voor onze kinderen, aan ons werk en aan ons sociale leven.

Er is een bijzonder groot gebrek aan kennis en inlevingsvermogen bij de overheid, bij beleidsmakers en bij uitvoerenden als het gaat om gezinnen met dergelijke problematiek. Of men doet wel degelijk zijn best, maar loopt tegen de starheid van de regels aan, en durft geen maatwerk te leveren. Want stel je voor dat dat een precedent-werking heeft! Nee, dat kunnen we niet hebben!

Vraag eens op een rustig moment naar wat voorbeelden: pakken we er een flesje wijn bij, en gaan we er eens voor zitten.

Wij, de ouders van Bram, hebben in de afgelopen jaren knetterhard gewerkt om de zaken op orde te krijgen en te houden. Het is ons telkens gelukt, en ik ben oprecht dankbaar dat wij van onze maatschappij de benodigde voorzieningen hebben kunnen krijgen, maar had de weg er naar toe niet wat plezieriger gekund?

Wij hebben ons leven opnieuw vorm gegeven, op eigen kracht. Ik weet dat dit ook is wat alle ouders van zorgintensieve kinderen willen en ook zullen doen. Vaak lukt dat niet meteen, maar vrijwel altijd wél na verloop van tijd.

En het is bijzonder jammer dat zij daarbij tegenwerking ervaren van de overheid.

Diezelfde overheid die mensen vanaf nu ‘in hun kracht’ komt zetten.

Schiet toch op, zeg!



http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2925527/2011/09/23/Wat-bedoelt-Rutte-toch-met-mensen-in-hun-kracht-zetten-.dhtml