dinsdag 28 mei 2013

(Boze) droom





Het is half vijf als ik wakker schrik. De voordeur valt zachtjes in het slot, en heel voorzichtig wordt de sleutel omgedraaid.

Bart draait zich om en zegt dan slaperig: ‘Dat was de buurman. Volgens mij had Bram een aanval.’

Ik draai me lekker om. Ik kan de slaap goed gebruiken, want morgen heb ik een drukke dag. Voor een minister van sociale zaken zijn het zware tijden.

Wat ben ik mijn voorgangers dankbaar! Dankzij hun inzet en (vooral!) visie, heeft men hier in de gemeente ingezien dat wij alle hulp kunnen gebruiken. Dankzij al die ‘helpende handjes’, ‘maatjes’ of ‘buddies’, of hoe ze ook genoemd worden, is de zorg voor Bram tegenwoordig tiptop geregeld. En: heb ik de kans gekregen carriere te maken, heerlijk!

Bart en ik staan vroeg op, smeren aan het aanrecht een snelle boterham, en spreken even de dag door. Om zeven uur staat  mijn dienstauto met chauffeur al voor de deur om mij naar mijn ministerie te brengen.

Om half acht krijg ik het eerste sms-je. Het is de buurvrouw, ze krijgt Bram niet uit bed. Ik sms terug: ‘Laat hem maar even liggen, hij zal wel moe zijn!’

Gelukkig heeft buurvrouw begrip, ze zet een kop koffie voor zichzelf, en wacht rustig af.

Ze heeft alle tijd, want ze heeft er ooit voor gekozen om huisvrouw te worden, ondanks haar opleiding. Nu haar kinderen het huis uit zijn, blijkt haar afstand tot de arbeidsmarkt zo groot, dat ze een baan wel kan vergeten. Tja, wie er voor kiest de investering die de maatschappij in jou heeft gedaan terzijde te leggen en bovendien jarenlang op de zak van haar man teert, moet maar op de blaren zitten. Ik heb er geen medelijden mee!

Ik zit in de ministerraad als ik het volgende sms-je krijg. Weer de buurvrouw, dit keer is Bram boos geworden op haar, hij heeft haar getrapt. Ik besluit dit bericht te negeren.

Weer een half uur later, nu gaat de telefoon. Bram is inmiddels uit bed. Buurvrouw wilde hem laten plassen, zoals ook in het protocol staat. Maar nu voelt ze zich ‘seksueel geintimideerd’, of zoiets.

‘Je had er niet bijgezegd, dat hij er in de ochtend uitziet als een echte vent!’, schreeuwt ze me toe.

‘Wat dacht je dan?’, informeer ik zoetsappig, ‘Hij is achttien jaar! Kom op! Zet die knul op de pot, de boel zakt vanzelf.’

Nog een uur later komt er wederom een lange telefonische tirade van de buuf. Bram is inmiddels op school. Ze heeft het hele programma afgewerkt. Hem zijn yoghurt gevoerd, pillen gegeven, zijn thee laten drinken. Daarna moest hij poepen, ze heeft zijn billen geveegd. Daarna weer vast in de stoel, tandenpoetsen.

Het enige wat niet gelukt was, was het uitknijpen van zijn puisten, hij had haar daarbij een oplawaai verkocht. Buurvrouw stuurt een email met een foto waarop haar gehavende neus en haar blauwe oog duidelijk te zien zijn. Zij overweegt aangifte te doen.

Buurvrouw meldt zich voor de middagdienst af. ‘Je ziet zelf maar hoe je het regelt’, schreeuwt ze. ‘Ik zet geen stap meer bij je over de drempel.’

Ik laat mijn ambtenaren meteen een notitie maken in haar dossier.

Als zij later zelf zwak, ziek of misselijk is, zal zij niet van overheidswege in haar kracht worden gezet. Dan zoekt ze het zelf maar uit!



Playing for change:

vrijdag 24 mei 2013

Tandarts






Dinsdag is het weer tijd voor onze periodieke controle bij de tandarts. Ik maak altijd een ‘gezinsafspraak’, gaan we gezellig met zijn vijfjes naar tandarts Dirksen hier ten stede. Aan ‘t eind van de middag, zodat Bart na zijn werk kan aanschuiven.

Bram komt om vier uur thuis met de taxi, Femke was al thuis, Eva komt direct uit school naar de tandarts. We hebben voldoende tijd, maar toch hebben we natuurlijk haast als we moeten vertrekken. Bram poetsen, plassen, schoenen weer aan. En o ja, nu nog even mijn eigen tanden poetsen.

Haast haast, ren ren…..uiteindelijk ploffen we precies op tijd neer op de stoelen in de wachtkamer. Bram ontfermt zich ongevraagd over een grote pot met van die leuke kleine tubetjes tandpasta erin. Ik preek, smeek en dreig, Bram legt alles netjes terug.

Dan mogen we binnen komen. Ik mag van Bram als eerste. Femke en hij zitten keurig op de krukjes in de spreekkamer te wachten. Bart stommelt binnen, en even later Eva.

De tandarts kijkt gefronst naar mijn tanden. Hij port, prikt, en dan heeft hij beet. Met zijn haakje heeft hij iets onbestemds tussen mijn tanden uit gevist.

Het haakje met de oogst eraan bungelt beschuldigend tussen ons in. Tandarts spreekt mij streng toe, ik mompel vanuit mijn ongemakkelijke positie iets over haast, tanden Bram, sorry, anders altijd en eigenlijk nooit.

Ik heb geen gaatjes, maar wel tandsteen en krijg meteen een grote beurt. Ook moeten er foto’s gemaakt worden, meldt de tandarts.

Dan is Bram aan de beurt. Hij gaat braaf liggen en opent zijn mond. Tandarts port, prikt en humt dan goedkeurend. “Dat gebit ziet er echt prima uit!, zegt hij.

Bart kijkt trots. Het poetsen van het gebit van Bram is een taak die hij met heel veel inzet op zich heeft genomen. Bram wordt twee keer per dag supergeduldig met de electrische borstel gepoetst. Ondanks verzet, aanvallen. Bart roept dan ‘zeg IEIEIE, Bram’, of ‘ zeg AAAAA’, of ‘OOOO’.

Het resultaat mag er zijn. Een keurige rij witte gezonde tanden en kiezen, onder en boven.

‘Meneer zou u óók moeten poetsen, mevrouw!’, zegt de tandarts.

Ik zie het meteen voor me. Bart en ik in de badkamer, hij met de electrische borstel, en ik met geopende mond. En dan van ‘IEIEIEIE’, ‘OOOOO’en ‘AAAAA’.

Ik flap eruit:’Nou, na twintig jaar huwelijk zijn we wel toe aan iets nieuws!’

Bart grinnikt. Tandarts wordt rood achter zijn mondstukje.

Nu ik op dreef ben, voeg ik er meteen aan toe ‘maar dan wil ik wel een nieuw borsteltje, Bart!’

Tandarts wordt nog roder, assistente moet lachen, Eva en Femke zakken diep weg in hun truitjes, en maken sissende geluiden. Bram vindt het heel grappig.

Als iedereen geweest is, moet ik nog even blijven zitten. Vanwege die foto’s.

Ik blijf alleen achter met de assistente. Ik bijt mijn tandvlees kapot aan de veel te grote plaatjes.


Vrolijk toepasselijk wijsje: https://www.youtube.com/watch?v=g0EwL8SMfdg


dinsdag 21 mei 2013

Hallo wereld





‘Zal ik meegaan?’, vraagt Eva.

Ik ben even sprakeloos, weet niet wat ik moet zeggen. Dit moment heb ik al een tijdje geleden in gedachten tot op de seconde gepland. Daarbij had ik niet op Eva’s aanwezigheid gerekend.

Ik zou Bram alleen wegbrengen, samen met hem zijn kleren en andere spulletjes opruimen, dan nog even met hem gaan zitten, en dan weggaan. Bram zou dan voor het eerst daar blijven, op zijn nieuwe woning.

Ik zou daarna naar het tuincentrum rijden. Even een cappucino drinken en een plantje kopen. Een moment alleen, een stukje niemandstijd. Niet meteen naar huis, na dit beladen moment. Een traantje wegpinken, in relatieve anonimiteit, om daarna met een blij masker thuis te komen.

Terwijl ik dit allemaal overdenk, heeft Eva haar schoenen en jas al aangedaan. Ze heeft Bram op de trap gezet, zijn schoenen voor hem neergezet, en hem verteld ze aan te doen.

Eva draagt de kratten met speelgoed naar de auto. Daarna zijn koffer. Ze helpt Bram met zijn schoenen en jas.

Ik loop door het huis. Ik check nog(maals) even of de achterdeur echt op slot is. Bram roept: ‘Mam, kom je nou! We gaan!’

Ik zie vanuit de keuken de kinderen in de auto zitten. Ik zucht, slik, pak mijn tas en jas. Daar gaan we dan. Op naar de nieuwe woning van Bram.

We dragen de spullen van Bram naar zijn kamer, ik pak de spullen uit, leg de kleren in de kast. Bram zit al in de woonkamer op de bank. De andere kinderen komen binnen. Ze hebben samen in de woonkamer van de logopediste les in ondersteunende gebaren.

Ik praat nog even met Bram’s persoonlijk begeleidster, ze heeft alles tot in de puntjes voorbereid.

Ik ga naar Bram toe, hij zit op de bank, heeft geen aandacht voor mij, en zegt geen gedag.

Eva en ik gaan weg. Sámen naar het tuincentrum. We kopen een paar plantjes. Rode pootuien, slaplantjes en pannenkoekenmeel. We drinken wat in het cafeetje. Ik moet heel even huilen, Eva zegt ‘het geeft niets, ik snap het wel’. Ik ben blij dat ze er is. Ook voor haar en de rest van ons gezin is dit een vreemd moment.

Samen gaan we naar huis. Het voelt gek, maar minder dramatisch dan gedacht.

’s Avonds spreek ik Bram aan de telefoon. Hij heeft het naar zijn zin. Hij heeft als een bootwerker gegeten. We kussen door de telefoon, en ik wens hem welterusten.

Als ik Bram vrijdag kom halen, zit hij op de bank. Hij kijkt TV. Hij ziet me niet, en zegt niets, ook niet als ik naast hem ga zitten. Na een hele lange tijd zucht hij diep. Hij leunt tegen me aan en zegt dan: ‘Ik heb het super naar mijn zin gehad’.

Ik pak zijn spullen, we rijden naar huis. Daar komt een enorme ontlading. Bram schreeuwt, gilt, hij knijpt mij enorm hard in mijn arm. Dat is niet fraai, maar het mag, als je zo dapper bent geweest.






Bram's nieuwe adres:

Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Cruquiushoeve, gebouw 2, afdeling 1B, kamer 1.38
Spieringweg 801
2142 ED Cruquius
 

Dit liedje vindt Bram op dit moment heel erg mooi. Ik vind het heel toepasselijk:
Hallo wereld, wereld,
De wereld is van mij.
Er is ruimte zat,
Dus kom er lekker bij.

dinsdag 7 mei 2013

Verliefd!




Zodra ik hem zag, was ik verliefd op hem. Na een pittige bevalling lag hij op mijn buik, beetje blauw, bijna vier kilo zwaar en voorzien van een enorme bos haar. Het was 6 mei 1995, even na acht uur ‘s avonds en bloedheet. We noemden hem Abraham Jelle, roepnaam Bram.

Na de bevalling kregen we een beschuitje, een kopje thee en een telefoon om de grootouders in te lichten (jajaja, het was in het premobiele tijdperk!). Op mijn verzoek kwamen daar nog twee oudbakken boterhammen bij, met een bezweet plakje kaas.

Om tien uur kwam er een stevige zuster aan. Zij verklaarde dat het er op zat, voor die dag. ‘Kind naar de slaapzaal, moeder naar bed en vader naar huis.’

Bram werd in zijn plastic wiegje gelegd, en voor de nacht weggereden.

Ik werd naar een andere kamer gebracht, en kreeg een polaroidje mee dat van Bram was gemaakt. Ik durfde niet uit bed te komen maar heb ’s nachts stiekem een paar keer het nachtlampje aangedaan om mijn kind te bekijken. Deze lethargie heeft me achteraf vreselijk verbaasd, niets voor mij eigenlijk.

Bart droop af naar huis. Op sloffen, want bij aankomst in het ziekenhuis bleek dat hij in de stress vergeten was zijn schoenen aan te doen. Ken geen enkele andere man die een bevalling op zijn sloffen doet, daarom houd ik ook zo van mijn verstrooide professor.

De volgende dag gingen we naar huis. Bart en ik, samen met Bram, het kind, dat ons ouders maakte.

Achttien jaar later vieren we dat Bram wederom jarig is, en dit keer volwassen wordt.

Ik zal eerlijk zijn: ik zag er enorm tegen op. Waarom kan ik niet eens goed uitleggen. Iets met weemoed, omdat het allemaal zo snel is gegaan. Iets met verdriet, omdat het eigenlijk niet zo goed met hem gaat. Iets met angst en onzekerheid, omdat er vanaf nu veel dingen gaan veranderen.

De dag voor zijn verjaardag gaan we met ons gezin uit eten. We zijn in Zeeland, en hebben Bram kreeft beloofd. Met frietjes.

In het restaurant gaat het eerst helemaal niet goed. Bram loopt diverse keren weg.

Als we hem de eerste keer kwijt zijn, staat hij tegen een enorme plastic bak geleund. De bak is helemaal gevuld met kurken, toevallig een obsessietje van meneer. Zijn neus zit tegen het plastic gedrukt, en met zijn lange vingers probeert hij een kurk uit de bak te vissen. Wij halen hem weg en zetten hem aan tafel.

Dan loopt hij weer weg. Dit keer is hij echt zoek. Uiteindelijk blijkt hij bij het zwembad te zijn, dat in het hotel aanwezig is. We nemen hem weer mee en zetten hem aan tafel.

Het restaurant is nog leeg, dat scheelt rode wangen. Maar wat vooral helpt is het meisje dat bedient. Ze reageert alsof het volkomen normaal is dat de gasten door het restaurant rennen en gillen. Of op de bestekbakken afstormen en met messen op de glazen slaan.

Ze komt heel gewoon de bestelling opnemen en vraagt hem wat hij nog meer wil eten, naast de kreeft met friet. Bram bestelt ‘garnaaltjes’ als voorafje, en aardbeien met ijs als toetje. Niets van zijn wensen staat op de kaart, maar het kan allemaal.

Bram informeert of we niet een keer mogen zwemmen in het zwembad, en ook dat kan. ‘Maar’, en dan is ze wel een beetje streng, ‘dan moet je wel netjes je bord leegeten!’

Bram verandert dankzij haar aanpak in een voorbeeldige restaurantganger, en zo hebben we een geweldig avondje uit.

In de vroege ochtend van zijn verjaardag heeft Bram een dikke aanval, hij kan ‘s ochtends bijna niet uit bed komen. Om elf uur hebben we hem enigszins in de hoeven. Dan komt het bezoek.

Tante Marjet heeft de taart geregeld. Een rose chipolatataart met de beeltenis van K3 erop. En daaronder de woorden ‘Hoera, Bram is 18 jaar!’ De bakker dacht even dat er een foutje gemaakt was bij de bestelling.

Bram wordt reuzeverwend. Heel veel K3spullen. Bijvoorbeeld een K3-barbiepop van Josje. En een Josje-knuffel. Maar ook aftershave en een Ajaxmok. De kadootjes weerspiegelen de vele kanten van Bram. Groot maar ook klein.

Na het gezellige verjaarsbezoek knapt Bram af. Hij ligt om twee uur al weer diep te slapen.

Dan voel ik me eindelijk rustig worden. Even tijd om na te denken. Dan realiseer ik me dat ik het nog steeds ben….verliefd op mijn eigen zoon. Gewoon omdat hij is wie hij is. Een jongeman die zelf enorm zijn best doet, en bij veel anderen het allerbeste naar boven haalt.






Oh I am a lonely painter
I live in a box of paints
I'm frightened by the devil
And I'm drawn to those ones that ain't afraid
I remember that time that you told me, you said
"Love is touching souls"
Surely you touched mine
"Cause part of you pours out of me
In these lines from time to time
………
Oh you are in my blood like holy wine
And you taste so bitter but you taste so sweet
Oh I could drink a case of you
I could drink a case of you darling
Still I'd be on my feet
I'd still be on my feet