Wie dit
blog leest, zou zomaar kunnen denken dat Bart en ik maar één kind hebben: Bram.
Dat is niet
waar. Er zijn ook nog twee prachtige dochters, die ook hun aandacht krijgen. En
die er voor zorgen, dat in ons huishouden ‘het normale’ toch overheerst. Ik
denk echt dat ik nog meer van de meiden geniet dan ik zonder Bram had gedaan.
Afgelopen
zaterdag ging ik met Eva inkopen doen in een grote dierenspeciaalzaak, in het
prachtige Vijfhuizen. Daar gingen wij hondenvoer en kattenvoer kopen.
De winkel
heeft ook een groot assortiment ‘accessoires’. Zo zien wij een wand met kleding
voor de hond. Grofgebreide kabeltruien, T-shirts met de tekst ‘forever cute’.
Echte All star shirts, reddingsvesten. Burberry riemen. Halsbanden met grote
spijkers. Riemen met ‘FBI’ erop.
Wandelwagens
voor de hond. Emmertjes met daarin een borstel verwerkt, om de poten van je
hond mee te reinigen.
Alles op
het gebied van hondenspeelgoed. Van bal tot bijtring. Materiaal om de
ontwikkeling van je hond mee te stimuleren. Intelligentiespelletjes.
We nemen van
alle gekke dingen foto’s, met de mobiele telefoon. Eva past een opblaasbare
hondenkap, ik druk af. Gierend lopen we door de gangpaden.
Als het personeel
komt kijken, rekenen we gauw af. Nu alleen nog even naar de supermarkt.
Onderweg
gebeurt het: langs de kant van de weg zien we een scootmobiel staan. Verlaten.
De sleutel steekt nog in het slot.
‘O jee’,
roepen Eva en ik in koor. Zo gauw het kan, draai ik om. Even poolshoogte nemen.
In mijn verbeelding zie ik iemand liggen met een hartaanval. Of gewoon een
epileptische aanval. Of…
Bij de
scooter aangekomen, zien we niemand. Maar dan toch, na roepen en zoeken,
verschijnt er in de verte een gedaante. Het is een oude man, met een baard, die
zwaar op een stok leunt. Hij heeft maar één arm.
Ik ga met
meneer het gesprek aan. Dat is niet simpel, want meneer spreekt slecht Nederlands. Ik begrijp dat ik zijn vrouw moet bellen. Ik vraag naar het nummer.
‘Nee, vrouw is ver weg, in buitenland!’.
Meneer gaat
op de scootmobiel zitten. Hij is helemaal buiten adem. Eva gaat bij een
bedrijfpand wat water regelen en komt terug met twee flesjes koel water. Meneer
zit daar, het lijkt niet zo goed te gaan met hem. Maar nog slechter gaat het
met de scootmobiel, want daar zit helemaal geen leven meer in.
Tjonge’
denk ik, 'wat nú weer! Never a dull moment.’
Meneer is
ongelooflijk dankbaar dat wij zijn gestopt. Hij roept telkens ‘mooifrau,
lieffrau’ tegen mij. En Eva is ‘mooidochter, liefdochter’.
Wij bellen
het nummer dat op de scootmobiel staat. Gelukkig ben ik thuis in Andersland.
Daarom weet ik dat er een storingsdienst is voor dit soort gevallen.
Tijdens het
wachten raken we in gesprek. Meneer komt uit Afganistan. Hierheen gevlucht, 15
jaar geleden. Zijn hele familie is over de wereld verspreid geraakt. Zijn
kinderen wonen in Zweden en in Amerika. Zijn broers en zussen ieder in een
ander land. Zo gaat dat, als er in je land oorlog is. Word er treurig van.
Zijn arm is
er af, kanker. En nu kwam hij van de Chinese dokter. Of die goed werk verricht,
vraag ik me af. Meneer ziet er slecht uit.
Na korte
tijd komt er een busje voorrijden van de storingsdienst. De meneer van dienst
richt het woord tot mij, en verklaart dat hij de scooter waarschijnlijk mee
moet nemen, maar dat meneer zelf niet mee kan. ‘Daar hebben wij de
voorzieningen niet voor, mevrouw!’, zegt de jongeman, terwijl hij naar zijn bus
kijkt. Gek is dat, ik meen toch echt een riante bijrijderstoel in de cabine te
zien. Maar het is goed mogelijk dat ik niet alleen een leesbril nodig heb.
Ik merk dat
ik meteen in de recalcitrante stand schiet. ‘Hoezo’, snib ik, ‘daar heeft u
toch zeker wel een procedure voor?’ ‘Nee, helaas, meneer moet dan iemand bellen
om hem te komen halen. Of een taxi nemen.’
Ik zucht
diep, en schiet dan uit mijn slof. ‘Meneer heeft geen telefoon, geen geld,
spreekt geen Nederlands en zijn vrouw zit in het buitenland. Hoe had ú gedacht
dat meneer thuis komt?’.
Die
houding, precies doen wat er op je lijstje staat, maar niet bereid zijn het
totale plaatje te zien, dat snap ik echt niet. Het zou echt totaal
onverantwoord zijn om meneer daar te laten staan. Natuurlijk kan ik meneer naar
huis brengen, maar nu gaat het mij even om het principe.
Gelukkig
blijkt al snel dat de accu's van de scootmobiel helemaal leeg zijn. Na het
monteren van een set opgeladen accu's kan meneer zijn weg vervolgen.
Hij bedankt
ons hartelijk, roept nog een keer ‘mooifrau lieffrau’ tegen mij, start en verdwijnt
uit beeld.
Tja, ik
roep het vaker….het is bij ons nooit saai. En daar hebben wij Bram niet eens
voor nodig...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten