Opeens is
het zo ver. De laatste keren ballet, muziekles, paardrijles liggen achter ons.
De rapporten van alledrie de kinderen zijn in huis. Boeken van Eva zijn
ingeleverd en de nieuwe besteld. De inkopen gedaan, alle kleding gewassen en in
koffers. Ook voor Bram is alles geregeld.
Dit jaar
gaan we weer zonder hem op vakantie. Ruim twee weken zonder onze vriend.
Speciaal zo geboekt dat hij nog een week naar school moet en het voor hem
minder lang lijkt. Femke heeft daarom een week eerder vakantie gekregen.
In eerste
instantie denk ik dat het me dit jaar minder zwaar zal vallen, twee weken
zonder meneer. Maar de weken voor vertrek zijn ronduit afschuwelijk als het
over hem gaat. De nare valaanvallen zijn fullblown terug, en hebben helaas ook
serieuze verwondingen tot gevolg. Er overlijdt een kind dat hij kent van school
en G-hockey, en dat grijpt hem verschrikkelijk aan. Met deze emoties kan hij
eigenlijk niet overweg, en zijn gedrag is daarom moeizaam. En een week voor
vertrek is meneer twee dagen helemaal van de wereld, tot niets in staat en
volledig afhankelijk van sondevoeding. Totaal omver geblazen door alle
epilepsie in zijn hoofd.
Ik heb een
verschrikkelijke huilbui. Ik vind het zo verdrietig om hem zo te zien. Want het
is een feit: de epilepsie van Bram wordt erger en erger. Waar het heen gaat
weten we niet. Die onzekerheid, de angst en ook de machteloosheid komen soms zomaar,
zonder waarschuwing, snoeihard binnen.
Het is net
zo’n huilbui als ik in het begin vaak had. Dit went nooit, en van ‘acceptatie’
is geen sprake. Je leert er mee leven, dat wel. De kinderen merken niets,
gelukkig. Bart is thuis en meldt dat ik even ben gaan slapen.
Gelukkig
knapt Bram weer wat op, en als hij door opa wordt opgehaald gaat het gelukkig
best goed met hem.
Wij gaan dus
op reis zonder Bram. Met de nachtboot steken we over naar Zweden. Wij gaan een
rondreis maken van ruim twee weken met Eva en Femke door Zweden en Noorwegen.
Een grote wens van mij. Als kind ben ik met mijn ouders vaak in Scandinavië
geweest, en ik wil de meiden graag laten zien hoe mooi het daar is. En hoe fijn
het is uren te lopen in een landschap met zacht mos en om eindeloos ver te
kunnen kijken.
Landen ook
met een heel bijzondere culturele en ook religieuze geschiedenis. Neem
bijvoorbeeld de ‘stavkirkes’, kerkjes helemaal opgetrokken uit hout, vaak al
800 jaar oud.
Als eerste
gaan we drie dagen naar een dorpje in Zweden: Syssleback. Het dal waar dit
dorpje in ligt was tussen ongeveer 1100 en 1400 het decor van pelgrimstochten.
Pelgrims maakten een 700
kilometer lange tocht van Karlstad in Zweden naar
Trondheim in Noorwegen. In Trondheim, toen nog Nidaros genaamd, is de Noorse
koning Olav begraven. Hij werd al snel na zijn dood heilig verklaard.
Het is
ongelooflijk te bedenken dat zoveel mensen in die dagen deze grote afstand
aflegden. Zonder alle ‘outdoor’benodigdheden die wij bij ons hebben, zelfs als
we een simpele boswandeling gaan maken. Gewoon met eenvoudig schoeisel, of
zonder schoenen, soms te paard, maar meestal te voet. Lange stukken door
eindeloos land.
Het is gek
te bedenken dat in die tijd Noord-Europa in religieus opzicht net zo belangrijk
was als Rome later. Dit gegeven is in onze tijd eigenlijk zo goed als onbekend.
Deze
pelgrimsroute, en de rijke culturele geschiedenis, waren de reden voor een
initiatief in het plaatsje Ransby in Zweden. Met overheidssubsidie begonnen
tien ongeschoolde vrouwen aan een grote klus: het maken van een 40 meter lang wandtapijt,
dat verhaalt over de pelgrimsroute en over het culturele erfgoed dat er langs
die route te zien is. Tegelijkertijd moest het wandtapijt gaan over de
geschiedenis van de tien vrouwen die er aan werkten. Het resultaat werd getoond
in de heilige basiliek in Trondheim toen deze stad 1000 jaar bestond.
Nu is het
tapijt te bezichtigen in Ransby zelf. In een eenvoudige schuur is het
tentoongesteld. In een andere schuur wordt een film vertoond over de
ontstaansgeschiedenis. En het resultaat is iets wat op mij net zoveel indruk
maakt als de film ‘as it is in heaven’.
In de film
vertellen de vrouwen over hun achtergrond. Het minimale aan onderwijs, zeven
jaar. ‘En nog drie maanden huishoudschool. Om gehaktballen te leren maken’, zucht een van de
oudere dames. Ze vertellen dat ook zij zelf eigenlijk geen weet hadden van de
rijke geschiedenis van hun land. Hoe ze samen de tekeningen van de
projectleider hebben uitgewerkt in het centrale deel van het tapijt. Hoe ze hun
eigen wereld hebben verwerkt in het tapijt, in de randen erboven en eronder.
Hoe trots ze zijn op hun land, hun geschiedenis maar ook op zichzelf. Want deze
eenvoudige vrouwen hebben iets gemaakt dat de belangstelling heeft getrokken
van de wereldpers. Koningen, koninginnen en staatshoofden hebben hun werk
bewonderd.
Zo staat
het tapijt voor meer dan alleen het eindresultaat. Het gaat ook over het
uitstijgen boven je eigen kunnen, als de omstandigheden daar om vragen. Zo ging
dat met de pelgrims, zo ging dat met de borduursters. En zo gaat het ook met de
ouders in Andersland.
Het tapijt
maar nog meer het verhaal erachter maken grote indruk op ons allemaal.
Zoveel
indruk dat we de daagse beslommeringen even helemaal vergeten.
En daar is
vakantie voor bedoeld.
Ode aan de
borduursters uit Ransby en aan alle andere doorzetters: Gabriella’s song uit
‘As it is in heaven’: http://www.youtube.com/watch?v=d_K9FEeHphs