dinsdag 23 mei 2017

19. Een schilderijtje



‘Opa is toch nog geen schilderijtje geworden?’ Bram staat in de keuken, in zijn handen een fotolijstje met daarin een foto van zijn oma, de moeder van Bart. De oma die alweer bijna 8 jaar geleden is overleden. Toen was Bram 14 jaar en qua epilepsie in een deplorabele staat, waardoor haar overlijden op dat moment geen indruk leek te maken. 

Oma kreeg in een zilveren lijstje een gedenkplekje in het secretaire. Daar staat ze naast een aantal foto’s van mijn grootouders, een jeugdfoto van mijn moeder en onze trouwfoto. Af en toe loopt Bram met haar foto rond. Meteen daarna volgt meestal de mededeling ‘ik mis mijn konijn zo….’

Rond de sterfdatum van oma bleek ook ons konijn op hoge leeftijd te zijn overleden. Toen hij nog leefde had Bram weinig tot geen belangstelling voor Knabbel. Maar toen hij dood in zijn konijnenvilla lag, maakte dat grote indruk. Ook omdat wij toen verdrietig waren, om oma en (een beetje) om het konijn. 

Bram vindt het moeilijk om over zijn gevoelens te praten. Hij kan zich wel uiten maar je moet hem wel op de juiste manier ‘verstaan’. Met die zin over zijn konijn vertelt hij dat hij zich zo voelt als toen zijn konijn én oma dood gingen.

Al een paar jaar waren er zorgen over opa. Een jaar geleden kregen we te horen dat opa niet meer beter zou worden. Opa uit Spanje, de opa waar Bram een aantal keren met Bart naar toe is gegaan voor een mannen-vakantie. Waardevolle momenten met drie generaties in de mannelijke lijn.

Hoe vertel je iemand als Bram slecht nieuws? En wanneer doe je dat? Timing is erg belangrijk voor Bram. Hij kan er echt niets mee als hij zaken te vroeg hoort, dan levert het stress op, want hij weet niet hoe het verder gaat. Met onzekerheid kan hij niets.

Maar niet vertellen, of pas heel laat: dat kan ook niet. Verdriet en rouw horen bij het leven, ze zijn de keerzijde van geluk en liefde. Het voelt ongepast en betuttelend om hem niets te vertellen.

Het moment om eerlijk te zijn tegen Bram was op dát moment,  toen hij zelf kwam vragen of opa een schilderijtje was geworden. Net als oma. 

We hebben Bram meegenomen en hem op de bank tussen ons ingezet. En we hebben hem verteld over opa. Dat opa ziek is, en niet meer beter kan worden. Dat opa al een tijdje niet meer de blije opa is die Bram kende. Dat opa’s lichaam er nog wel is, maar opa zelf eigenlijk al een beetje naar de hemel is gegaan.

Ons gesprek kwam enorm hard aan. Bram was zo verdrietig, hij huilde, rende weg, sloeg en trapte. Uiteindelijk konden we hem troosten, juist omdat het onvermijdelijke nog niet was gebeurd, omdat opa nu nog geen schilderijtje was geworden. 

Vorig weekend moesten we weer met Bram praten. Nu omdat opa écht was overleden. Dat was al donderdag gebeurd, maar we hebben eerst zelf de eerste emoties verwerkt. Op zaterdag hebben we hem ‘gewoon’ opgehaald, ‘gewoon’ naar G-hockeytraining, daarna naar de kapper en in het dorp koffie drinken. En daarna even slapen en toen bij de thee hebben we hem tussen ons in genomen, op de bank. Voordat wij ook maar een woord hadden gezegd, begreep hij het al. Hij was rustig en ging in bed liggen, veilig onder zijn dekbed. We hebben het hem daarna echt verteld, die nare woorden gezegd, de definitieve mededeling: ‘opa is dood’. Hij was verdrietig maar liet zich goed troosten.

Samen met de mensen om Bram heen vormen we deze dagen, nog meer dan normaal, een kringetje om hem heen. We hebben van tevoren met elkaar besproken dat dit ging gebeuren, wat wij dan zouden doen en zeggen. 

Bram is sterk, sterker dan gedacht. Hij kan dit aan, hij kan hiermee dealen. Ook omdat we hem sámen dragen. Samen met ons gezin en onze familie, samen met alle mensen die professioneel bij hem betrokken zijn, en samen met zijn collega’s op de woning en dagbesteding. Want het helpt als Peter in zijn rolstoel naar je toerijdt, je beide handen vastpakt, je aankijkt en zegt: ‘Bram, het komt goed. Wij zorgen voor jou’.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten