woensdag 6 februari 2013

Goedemorgen




Bram zit op zijn bed. Bart staat voor hem en doet een poging Bram een hemd aan te trekken.

Nou ja, hemd? Daarover zijn de meningen verdeeld.

Bart vindt het een hemd. Ik vind het ook een hemd, heb het als zodanig aangeschaft, als onderdeel van een beeldig setje van hemd en boxershort.

Bram vindt het géén hemd. Want er zitten mouwtjes aan. En dus is het een T-shirt en geen hemd.

Bram roept: ‘Ik wil geen T-shirt aan! Ik wil een HEMD! Ik heb altijd een hemd aan!’

Bart sjort Bram’s arm door de ene mouw en vertelt hem dat dit ook een hemd is. Dat de andere hemden ‘op’ zijn.

Inderdaad, door een kleine dip in mijn huishoudelijke vlijt, is er een tijdelijk tekort aan hemden (zonder mouwen) ontstaan.

In zijn kast ligt alleen nog dit exemplaar. Twee jaar geleden gekocht, maar nog nooit gedragen. Vanwege die mouwen, begrijpt u wel.

Bram roept, moppert, schreeuwt en krijst. ‘Ik heb nooit een T-shirt aan! Ik wil een hemd!’

Bart probeert zijn andere arm door de mouw te krijgen. Dat valt niet mee.

Een willekeurige passant zou denken dat hier een vreselijke marteling gaande is. Bart blijft redelijk rustig, maar Bram gilt voortdurend als een mager speenvarken.

Uiteindelijk heeft Bram zijn hemd aan. Vliegensvlug trekt Bart er een trui overheen.

Het hemd is nu onzichtbaar. Het gemopper verstomt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten