Op vrijdag
haal ik Bram op uit het logeerhuis. Het is gelukkig een heel andere Bram dan ik
wegbracht. Ik tref een blij en redelijk helder mannetje aan. Als hij mij ziet,
krijg ik eerst een knuffel. Daarna gaat hij snel nog even met zijn billen in de
waterfontein staan, zodat ik een kind met een nat achterwerk mee naar huis krijg.
We zijn al
bijna de deur uit als Bram zich opeens iets herinnert. Er staat nog iets in de
koelkast! Bram heeft zichzelf bij het kleine winkeltje op het instellingsterrein
getrakteerd op een bakje Johma kipsate. Hij krijgt tegenwoordig af en toe wat
geld mee, om iets van te kopen: een poging om hem in dit soort dingen wat
vrijer te laten. Hij is immers toch ook echt al 17 jaar.
Bram is dol
op geld, met name op kleine muntjes. Met enige regelmaat keert hij zijn
spaarpot om, en zit dan als een soort Dagobert Duck te midden van de
muntstukjes. Ook nu is Bram met zijn geld bezig, zijn portemonnee hangt aan een
touwtje om zijn nek.
Zodra we in
de auto zitten, begint Bram over zijn ‘trending topic’ van dit moment: een
eigen koffiezetapparaat.
Het gesprek
gaat als volgt:
Bram: ‘Ik heb nog vijf euro.’
Bram: ‘Ik heb nog vijf euro.’
Ik: ‘heuh?’
Hij had namelijk vier euro mee.
Bram: ‘Ja,
kijk maar.’ Hij houdt een muntje van vijf eurocent op.
Ik: ‘Bram,
dat is geen vijf euro, dat is vijf eurocent.’
Bram:’O…..vijf
eurocent. Kun je daar een koffiezetapparaat van kopen?’
Ik: ‘Nee
Bram, dat is veel duurder. Waar heb je dat eigenlijk voor nodig?’
Bram begint
een verhandeling over Marcello, een klasgenootje. Hij woont sinds kort in de
instelling in een eigen kamer. Hij heeft daar een eigen aanrecht, eigen pannen,
een eigen waterkoker en dus ook een eigen koffiezetapparaat. En vooral dat
laatste, dat lijkt Bram wel wat.
Zo brengen
we een groot deel van de middag door. We bespreken de voors en tegens van een
eigen koffiezetapparaat. We maken een macro-economische analyse (Eva: ‘Bram,
daar moet je wel een jaar voor sparen!’). Bram bedenkt dat we misschien wel een
koffiezetapparaat over hebben. Wij verzoeken hem uiteindelijk met klem het
onderwerp te laten rusten.
Ik moet als
vaak weer verschrikkelijk lachen. Maar tegelijkertijd treft het gesprek mij
ook.
Want
hieruit blijkt dat niet alleen wij, maar ook Bram bezig is met een stap die wij
over niet al te lange tijd gaan maken. En die is dat Bram ergens anders zal
gaan wonen.
Eigenlijk voelt dat vooral als een opluchting, we groeien er dus allemaal naar toe.