Vorige week zaterdag
arriveerde de sint met boot, met pieten (ondanks alle ophef),
met kadootjes, en zonder staf in ons land.
Als ik thuis kom van het
uitlaten van de hondjes, zitten Femke en haar vriendinnetje Pien in de
huiskamer aan de buis gekluisterd. Zij geloven al lang niet meer, maar leuk
vinden ze het (stiekem) nog steeds.
‘Mam, pappa zegt dat dit
‘regressietherapie’ is voor ons.’ Femke en Pien giechelen zelf het hardst.
Uit Bram’s kamer komt met
een vertraging van een seconde de sintoptocht nogmaals tot ons. Hij wilde niet
in de huiskamer kijken, het moest en zou op zijn eigen kamer, op zijn eigen
(niet-digitale) TV.
‘s Middags neem ik Bram mee
om nog wat boodschappen te doen. Ik kies er bewust voor om niet naar het
stadscentrum te gaan, omdat ik het vermoeden heb dat daar veel sint-reuring zal
zijn. Dat wil ik Bram en mijzelf besparen.
Helaas, verkeerd gegokt. Bij
binnenkomst in het andere winkelcentrum zien we de sint meteen staan. Samen met
twintig pieten en ongeveer zeventig gillende kinderen. En een tienkoppige fanfare.
Het lawaai is oorverdovend.
Bram zet de pas er in, en
binnen twee seconden is hij spoorloos verdwenen. Roepen heeft geen zin.
Ik loop door en ga hem
zoeken. Gelukkig steekt hij tegenwoordig boven de meeste mensen uit, en ook de
blauwe helm maakt hem nogal opvallend.
Na een tijdje komt hij naar
me toehollen, zijn handen beiden vol met pepernoten. ‘Je moet meekomen, mam,
dan krijg je ook pepernoten!’
Meteen is meneer weer
vertrokken. Nu duurt het langer voor ik hem weer in het vizier heb. Dit keer
staat hij bij de bakker, druk in gesprek met de blonde, pakweg zestienjarige,
zaterdaghulp. Ze steekt juist haar hand uit naar een saucijzenbroodje, terwijl
haar mond het woord ‘opwarmen?’ vormt. Meteen daarna verdwijnt het broodje in
de oven.
Ik besluit om dit lekker te
laten gaan. Bram kan best extra extra calorietjes gebruiken, zijn gewicht is
officieel onderwerp van overleg met de AVGarts en de diëtiste.
Wat lastig is, is dat Bram
door alle sinthectiek nogal stuitert. Hij luistert niet, kan niet stil staan,
en al helemaal niet wachten, zelfs niet op zijn zelfbestelde broodje. Het
volgende moment is hij weer vertrokken, om nog een lading pepernoten te scoren.
Bram’s geluk kan niet op als
hij Sophie ontmoet. Ze is net als hij lid van de lokale ‘scene’ van
verstandelijk gehandicapten. Ze staan in de Bruna tegenover elkaar en lachen
naar elkaar.
Sophie heeft als altijd haar fotolijstje bij zich, dat ze stevig tegen zich aan drukt. Ze zegt niets maar straalt naar Bram. Bram roept ‘Maham, kijk! Sophie!’ Ze zijn zo blij elkaar te zien!
Bram en Sophie mogen samen
met sint en de pieten op de foto.
Bij de Bruna koop ik in zijn
aanwezigheid voor Bram een kadootje voor in zijn schoen: een windkussen. Altijd
een succes. En voor Eva en Femke ieder een gum in de vorm van een lipstick.
’s Avonds zet Bram zijn
schoen. Met daarin mandarijntjes voor de Pieten. Eva en Femke zetten ook hun
schoen, en zingen braaf mee.
De volgende ochtend zijn de
mandarijntjes opgegeten. De schillen liggen als elk jaar overal en nergens door
de kamer. Die stoute pietjes toch!
Bram pakt zijn kadootje uit.
‘Een windkussen!’, roept hij blij verrast.
Zo vullen wij na achttien
jaar nog steeds met liefde de schoentjes de schoenen.
Natalie Cole: This will be (an everlasting love): http://www.youtube.com/watch?v=lswB6q2t_6c